writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Weekends zonder glimlach... (III)

door rolleke



De eerste diagnose was niet zo denderend. Ja, verlamd jongeheer, het zal voor de rest van Uw leven zijn van Uw nek neerwaarts. U zal in een bed moeten blijven liggen en veel hoop is er niet, gaan zal nooit meer kunnen. Drie wervels in je nek en vijf in je rug zijn gebroken, ik ken ze van buiten C1, C6, C7, D5, D6, D7, D8, D9, ik weet het klinkt hard maar dat is de realiteit jongeheer. Zonder pardon werd ik met de realiteit geconfronteerd, alsof ik niet wist dat er niet veel beweging inzat. Mijn moeder en familie hadden het er zeer zwaar mee. Broers en zussen mochten eerst nog niet binnen, want een fraai gezicht was het niet. Met alle toeters en bellen. Zelf mijn eigen vrouw zag het niet zo direct zitten maar ja dat is het leven in goede en in slechte dagen. Het was mijn eerste troost en ook mijn laatste troost, want lang heeft ze het niet uitgehouden. Na enkele weken hield ze het eigenlijk voor bekekenen. Ze had graag en groot gezin gehad en kinderen zouden er waarschijnlijk nooit meer van komen zegde men ons ook. Op een manier kan ik het haar niet kwalijk nemen, maar toen ze een driehoeksverhouding voorstelde, heb ik haar deftig de deur gewezen en heb haar nooit meer teruggezien. Het scheiden heeft me nog geld gekost. Naderhand bekeken was het misschien dat het zo moest wezen, en niet de echte liefde die je voor het leven vasthoudt.

Reeds na enkele dagen enkele dagen op intensieve kreeg ik toch wel mijn appetijt terug, (in eten dan) maar dan moest eerst die boel uit mijn keel. Na zwaar overleg hebben ze dat na een weekje dan toch gedaan en kon ik terug ademen en terug iets vast eten. Wat je vast kon noemen, het was allemaal gemalen.

Ik heb daar ongeveer een maandje vertoefd, met lachen en grollen zoals het mijn mentaliteit dan ook betaamt. Aan heel mijn periode dat ik daar verbleven heb waren de momenten van het meeste innerlijke gevoel wel daar. De mensen die me kende van toen en nu zeggen dat het dat is wat me er heeft doorgehaald. Ook zijn er een paar mensen naast me gestorven. Alsof ik dat niet wist. Wat me bijgebleven is een verpleger waar ik dikwijls de nachtjes ben mee wakker gebleven. Voor noodgevallen had hij een flesje meegebracht. Noem het een opkikkertje, noem het een levenslijntje. Je had zo van die pillenpotjes waar ze telkens je dagdagelijkse dosis levenmedicatie mee geven, wel zo'n potjes waren onze glaasjes. Eentje per nacht was niet slecht voor het leven zegde hij. Ik vergeet hem nooit en die potjes. We hebben vele nachtjes samen gepraat over koetjes en kalfjes, terwijl hij mijn tranen afdroogde. Hulpeloos als je maar zijn kan lig je wezenloos naar de muren en het plafond te staren en zelf die eerste tranen, of jeuk en je moet aan iemand vragen om even te krabben.
Laat staan je neus snuiten en de rest. Alle machines die me draaide en in leven hielde. De kinesitherapeut die kwam toen al aan mijn bed, dit was noodzakelijk om alle been en armspieren te masseren. Anders zouden die verstijven of groeien in een houding die niet meer herstelbaar was. Zelfs een maand kan lang duren en dan kan je ook maar zoveel zien dat je ogen toelaten. De enkele vensters die de kamer rijk was lieten me denken aan de wereld daarbuiten. Ik zag niet meer en niet minder van steeds blijkbaar dezelfde dagen, hetzij zon of regen, zelfs gordijntjes hingen er niet voor. Dus slapen was als het donker werd. Ik heb wel veel vragen gesteld toen aan mezelf en degene die alles zogezegd zou regelen hierboven, niet dat ik dan zo'n gelovige mens ben maar op zulke momenten begin je jezelf toch wel eens vragen te stellen ook al ben je net achttien. Ik heb dan wel eens een praatje gemaakt, doch antwoord heb in nooit gehad. In die maand ook was mijn gevoel stilletjes aan terug gekomen van nekhoogte tot de toppen van mijn vingers en borsthoogte. Echter tot onder de armen kon men maar gevoel registreren. En al die tijd kwam de kinesitherapeut mij dagelijks masseren, toen ik merkte dat de mobilisatie van passieve aard was kwam ik ook tot de vasttelling ik niet voelde van wat hij met mijn benen aan het doen was.

Dan was het ogenblik aangebroken om de eerste keer te verhuizen. Ik kwam op de gewone afdeling orthopedie, een kamer waar reeds een man lag van rond de dertig. Hij was gehuwd en had (denk ik) twee kinderen. Jozef was zijn naam en was steeds goedgemutst en zat zowat in het zelfde schuitje als mezelf. Hij was tijdens een voetbalwedstrijd omhoog gesprongen om te koppen en over een speler getuimeld. Hij was van de Limburg denk ik. Resultaat ook nek gebroken, gezond was dat sporten. Maar we konden best opschieten met elkaar. We lachten en lieten traantjes bij de vleet, wetende dat het niet de eerste en laatste zouden zijn. Ik kon me optrekken aan zijn moed en omgedraaid. De hoofdverpleger op deze gang van was een toffe gast, zo eentje die over niets gras liet groeien. Nou bij ons zou dat toch geen gazonnetje geweest zijn maar de tijd ging voorbij alsof we de wereld aan onze voeten hadden en geen zorgen in de wereld. Nu dat zoiets de eerst zorg zou zijn voor elk van ons. Als jongen van achttien sta je er natuurlijk niet bij stil wat er nu met je wereldje zal gebeuren, en wat er je nog te wachten staat. Ik was dan al blij dat ik van intensieve zorgen af was. Het betekende dan toch dat ik buiten levensgevaar was en dat de grote strijd der Titanen kon beginnen. Namelijk het stilletjes aan revalideren. Ik geen flauw besef van wat dat ging worden. Men wist ook op medisch vlak niet of mijn recuperatie, want die was er wel degelijk nog zou evolueren of dat ze zou stil blijven staan. Eigenlijk was ik eerder bestemd om voor de rest van mijn leven in een bed te blijven liggen. Want andere vooruitzichten kon men mij toch niet geven, laat staan garanderen, of insinueren wat het verdere verloop zou zijn van mijn gezondheidstoestand. Ik had me nog maar een paar weken gesetteld in de kamer, toen we weer moesten verhuizen. Alsof een mens wat anders te doen had. Heel je hebben en houden werd op je bed geladen, en we vertrokken. Wablief verhuizen, ik ben verlamd, kan niet gaan en waar zou ik dan naar toe moeten. Wel de gewone afdeling waar alle zielenpoten terecht kwamen. Wel dat was dan niet aan mij bestemd. Ja, we zouden beter moeten worden volgens de artsen. Wat dat inhield wist geen ziel…

Wij, dus alle personen die verlamd waren, noem het neurologie, orthopedie, we kregen toegang tot een nieuwe vleugel van het ziekenhuis Pellenberg. Op die gang lagen ook nog personen die aan hun hart geopereerd waren. Dus je mag wel zeggen dat het een gang was waar de zwaarste gevallen lagen. Maar wat was beter, Jozef had een fractuur die niet herstelbaar was, ik aan de andere kant had ook mijn rug en nek gebroken maar niet volledig. Half verlamd dan zou je zeggen, nou zoiets in de aard was het dan wel, met medische termen een tetra-parese, komende van een quadri-plegieker, als het te ingewikkeld is zoek het even op via het internet. Toen bestond het juist.

Plassen is het gewoonste ding in de wereld als je het kan en als je het voelt. Een van de zaken die niet meer functioneerde zoals het hoorde. Van dag één moest ik dagelijks gesondeerd worden. Wat inhield dat men met een flinterdunne sonde men je blaas kwam leegmaken. Dit was minstens om de vier uur, de kans was er natuurlijk steeds dat je een blaasontsteking kon krijgen. Dus steeds moest alles op een zeer steriele manier gebeuren. Dit was dus dag en nacht, wat inhield dat je dus 's ochtends wel eens kon wakker gemaakt worden om even een darmpje in je plasser te krijgen, om alles er letterlijk uit te tapotteren, met lichte slagjes de blaas proberen te stimuleren om te wateren. De eerste weken en maanden voelde ik het niet, dat gedeelte van mijn lichaam was nog steeds hetzelfde van gevoel. Tot het moment dat ik het wel begon te voelen. Het was geen lachertje maar je blaas was die zoals van een klein kind. Je kon dus zelf je water niet ophouden, en je wist niet hoe en wanneer je wel of niet kon plassen. Wat soms de gekste momenten teweeg bracht.

Stel je voor je ligt rustig in bed te eten en plots zie ja daar een straal van jewelste, een gele plek maken op je bedlinnen. Je weet niet hoe het te stoppen en je voelt het niet. Je ziet het wel, en soms dan ook je bezoek dat net aan je bed zit. Of als men je kwam sonderen en alles was klaargelegd en het veld (werkomgeving rond) was steriel om eraan te beginnen en je dan plots spontaan plaste en gans de boel alles onder de plas lag. Het waren momenten dat we eens lachte want die waren soms zelden. Eén van die gekke symptomen van een quadri-plegieker of iemand met een tetra-parese is dat ik en de meeste spontaan een erectie kregen. Je kon het niet tegenhouden want je voelde het toch niet. En als je dan net een urinaal aangelegd werd dan kon dat ding al wel eens van je bed vliegen met alle hilarische toestanden van doen. Dit bracht soms de gekste gevolgen met zich mee, dan ook in dat het hoofd van het ziekenhuis eens langskwam en vroeg of ze eens een film- fotoreportage mochten maken voor de lessen verpleegkunde die er werden gegeven. Ik stelde me er al de gekste dingen bij voor, toen hij zegde, ja het is wel om een sondage te filmen zodat men kan zien hoe het juist moet gebeuren. Ik stemde ermee in, in ruil dat mijn hoofd niet mee op de film of foto zou staan en het minstens een doosje sigaartjes zou opleveren. Ik weet niet of men mijn ding nog steeds te zien krijgt tijdens lessen. Zo heb ik aan verschillende dingen meegedaan, ik was niet fotogeniek maar het was iets anders dan op je kamer liggen, of in een hoekje zitten. En zo kreeg ik ook mijn sigaretjes terug in bezit. Als ik de eerste opstak ben ik bijna direct van mijn stokje gedraaid.

Voor de stoelgang hadden ze een leuke oplossing gevonden, eerste was het een soort gelei die we kregen om op de boterhammetjes te smeren. Dan droge zemelen die je moest oplossen in een glaasje water, we zouden vlotjes op de pan kunnen gaan. Maar dat hielp niet veel. Dan kwamen ze maar met de grove middelen aan. Een potje olie bij het avondeten om dan 's ochtend goed te kunnen gaan. Stel je voor je ligt op je rug in bed en je wordt eten aangegeven en zo ook drinken. Wel dat potje olie werd dan maar in je laatste tas koffie gedaan. Je kunt enkel drinken via een rietje, dus je drinkt eerst
Het lekker tasje koffie en als laatste slurp je de olie door dat rietje, neem wijselijk aan, er zijn lekkerder dingen in het leven. Maar eerst kregen we dan nog een poepsnoepje (zetpil) toegediend. Als het bij sommigen dan al niet te laat was. En de pan er net op tijd onder zat. Daarvoor moest ook getappoteerd worden, iets wat ik nu nog moet doen om mijn darmen te stimuleren. Het waren heugelijke momenten als je dan eindelijk kon gaan. Ik weet het moment nog dat ik terug voor de eerste keer vlotjes kon gaan. Menslief ik had dan net de dagen ervoor gevraagd om me te kunnen ontdoen van gassen die ik had in mijn buik. Kon ook niet anders ik had een maand baksters gekregen, en was zo stilletjes aan mezelf aan het vergiftigen. De eerste keer dat ik terug zou kunnen gaan heeft bijna enkele weken geduurd, men had toen al een paar lavementen gezet. Ik had meer gas dan me lief was, en met een canule werd ik dan ontdaan van de nodige wind. En als je dan moet dan moet je, ik voelde het toch niet maar rook het wel. De verpleegster kwam de kamer binnen en wou net bijna een emmer en schop gaan halen. Ja, mijn bed, ik lag op mijn zijde en wist dus helemaal van niets. Wat ik wel wist was dat ik een heel opgelucht gevoel had die dag.

Een van de volgende weken kwam er een jong ventje bij ons op de kamer, Patrick was zijn naam, we noemde hem Patje, we waren toen met drieën. Hij was ongeveer veertien en was gaan zwemmen met vrienden. Met een grote aanloop wou hij ook een salto maken in het water zoals al zijn vrienden, toen aan de kant van de waterpoel het zand onder zijn voeten verbrokkelde, en hij een duik maakte in ondiep in plaats van diep water, ja hoor ook zijn nek gebroken. Ik heb veel steun gehad aan hem, en hij aan mij en zijn ouders, zeker zijn vader, die me door veel zwarte dagen heeft geholpen. De vader en moeder ze waren afkomstig van de omgeving van Herentals, en zijn vrienden gebleven voor het leven. Ze hadden nog een dochter die was enkele jaartjes ouder en een zoon die wat jonger was. Voor die kinderen moet het ook hel geweest zijn om je broer daar zo te zien liggen en niets kunnen doen. Soms zag je hun jeugd verloren gaan tussen het leven dat rond hun broer zou draaien de jaren komende. Ik heb er zelf nooit stil bijgestaan hoe mijn broers en zussen het dan ervaren hebben, dat ook hun broer verlamt in een ziekenhuis lag. Af en toe wist zijn vader me zelfs te verwennen met een binnengesmokkeld flesje. Ik heb er ooit zelfs een wijntje gedronken van vijfentwintig jaar. Menslief wat was ik dronken, zeker als je dan een glas drinkt en maanden geen druppel alcohol hebt genoten. Ook nu en dan een pakje friet, en het was feest in ons kamertje. Dan dacht ik dat ik er erg aan toe was, ik kon mijn handen en armen bewegen, zij konden het niet. Ik had de hoofdverpleger ook al horen zeggen dat er een meisje op de gang lag die ook een ongeval had. Wij als jonge mannen waren natuurlijk al de wildste verhalen aan het maken over een jonge vrouw tussen al dat manvolk. Ze was ook verlamd aan de onderste ledematen. De oorzaak ben ik later te weten gekomen. De hoofdverpleger Jos, was een gemoedelijke gast aan hem kon je veel kwijt en hij probeerde er voor te zorgen dat wij als mensen niets te kort kwamen. Hij probeerde van alles te versieren als er een verjaardag of een feestdagje viel.

Hij had ondertussen ook al gezien wat mijn wil en doorzettingsvermogen was, en kwam op een dag naar mij met de vraag of ik met haar wou gaan praten en wat opmonteren. Nu niet dat ik direct de oplossing zou zijn voor heel haar leven. Ze was wat depressief zegde hij en kon best eens een ander gezicht zien dan de verpleging, en misschien kon een praatje haar eens goed doen. Ze was zestien of zeventien jaar oud. Haar ouders praatte niet zoveel, minachtend keken ze soms wel eens opzij. Als ik in de kamer was, spraken ze zelden een woord. Uit haar bleek ook niet veel van woorden te komen. Ze vertelde me wel dat ze had geprobeerd zelfmoord te plegen en door haar venster was gesprongen. Het was mislukt voor haar want ze wilde niet blijven leven. Ze was zo'n beetje het anorexia verschijnsel dat ik voor de eerste keer zag, en had alles wat haar hartje begeerde. Ze had alleen geen zin om te doen wat haar ouders vroegen, namelijk naar school gaan en goed leren. Zij dacht er anders over en sprong. Ze had eigenlijk niet veel zin om te revalideren, want dan moest je inspanningen doen en dat was niet voor haar weggelegd. Toen wij allen in een gewone rolstoel zaten, had zij reeds een elektrische scooter gekregen van mama en papa. Want ze zou haar armen eens moe moeten maken. En ik zou haar dan moeten gaan opbeuren, je kan dan wel begrijpen dat onze gesprekken van korte duur waren. Ik heb mijn best gedaan maar mirakels die gebeurde er toch niet.

Vreemd genoeg had ik van dag één spasmen in de onderste ledematen. Het waren ongecontroleerde spierkrampen waarvoor ze me dan ook de nodige medicatie gaven. Maar deze keer was het niet te stoppen, men had schrik dat ik mezelf pijn zou doen of mijn enkels openschuren op het bedlinnen. Na overleg werd er toen besloten om me even letterlijk plat te spuiten. Ik kreeg toen al een stevige dosis valium, maar dan in pilletjes. Dit werd dan rechtstreeks in de aderen gespoten. De lichtjes gingen uit mijn benen vielen hoogstwaarschijnlijk neer en ik heb een dagje geslapen zoals ik nooit meer gedaan heb. De kinesitherapeut die kwam toen ook al elke dag, om alle spieren soepel te houden. Alsof ik voelde wat er in mijn benen gebeurde, gek als het kon zijn kreeg ik wel terug gevoel in mijn bovenlichaam en een beetje kracht in mijn armen. Nu niet om aan de schommel te gaan hangen maar voldoende om te evolueren en oefeningen te doen. Al was het met honderd gram per keer. En dat verdomde mousse balletje waar je steeds in moest proberen te knijpen. Het gewichtje van tweehonderdvijftig gram om de onderarm te trainen.

Het eten werd geserveerd met de klok die in de gang hing of het polshorloge dat aan je bed hing. Het was zoals in elk ziekenhuis ook al snel groen eten en bruin eten, af en toe rode soep met of zonder groenten erin. Achter balletjes moet je in een ziekenhuis niet gaan zoeken. Je had elke ochtend een gevecht om een potje warme koffie, waar je dan twee tasjes uit kon drinken, en de sneetjes brood en beleg was met verschillende steekkaarten een paar dagen op voorhand in te vullen. De potjes confituur werden gehamsterd voor als een mens nog eens zin had in iets zoets. Alsof je niet wist wat gekookte aardappelen waren, puree of gebakken aardappelen. Vlees had je in worsten en koteletjes en de blinde vink die kende een mens ook al. Vrijdag, hoe kon het ook anders was visdag. Meestal met puree en een sausje waarvan je de herkomst niet kon inschatten.

Toen de pech nog niet genoeg was, waren bijna drie maanden voorbij met dat spel om mijn hoofd. Ik kan je zeggen en garanderen als je drie maanden je hoofd niet wast dan begint dat te jeuken. En dan kan, al de eau de cologne niet verhelpen of je een fris gevoel geven. Het zat vast met vier vijzen die zich van voor en vanachter op je hoofd vastgedraaid waren, Frankenstein had er niets tegen. Ja, je had niet van die topjes in je hals om wakker gemaakt te worden met stroomstoten.

Medicatie was iets waar ik niet zonder zou kunnen, ik had verschillende tabletjes te nemen op een dagje. Verschillende waren spierontspanners voor mijn benen, vermits ik daar de meeste spasticiteit in had. Het ongecontroleerd samentrekken van de spieren is iets waar ik toen en nu nog steeds zeer veel last van heb. Je had dan zo je valium een twintig milligram per dag, lioresal was nog zo één, veertig milligram per dag, en dan nog dantrium een vierhonderd milligram per dag. In den beginne nog tabletjes om geen ontstekingen op mijn water te krijgen, dat waren dan gewone vitamine C, de zemelen die ik elke ochtend moest slikken, het potje olie wat elke avond een hel was, iets wat nu niet meer nodig is. En ja als een mens dan eens pijn had dan waren er nog de nodige pijnstillers. Ik ben dit na al die jaren wel gewoon maar als je het over de jaren zou uitrekenen dan reken je wel in kilo's. Dan mag je nog niet tellen als ik een verkoudheid heb of ander zeertjes.

D-day halverwege juli de kinesitherapeut had me al een tijdje onder handen, en ja hoor kismet, karma, geloof de hemel, wilskracht, en een grote pot geluk. Mijn linkerbeen bewoog. Ik zag of voelde er niets van maar hij zegde dat mijn rechterbeen bewoog op commando. Dus niet zomaar. Hij vertelde me wat er gebeurde en ik geloofde hem toch niet. Wacht zegde hij, de dokter gaat we wat laten verschieten want dit is eigenlijk onmogelijk. Het gebeuren had al snel zijn ronde gedaan en de verpleging van intensieve waren reeds eens komen kijken. De eerstvolgende ronde van de artsen zouden ze wel eens een kijkje komen nemen. Met een kussen op mijn gezicht moest ik de oefening doen, en ja waarachtig mijn rechterbeen kwam zo'n vijf à tien centimeter van het bed af. Wauw reuze en nu de marathon van New York nog. Mijn rechterbeen volgde ook stilletjes aan, zij het weken. Niet met schreden maar met millimeters die nauwkeurig opgeschreven werden. Ik wist toen al dat dit mijn slechte kant van mijn lichaam zou zijn voor altijd. Voor mezelf waren het eerder meters. Nu moest ik natuurlijk niet denken dat alle zorgen uit de wereld waren en dat alles goed ging komen. Want zelfs ik wist dat zoiets nooit zou gebeuren hoe optimistisch ik ook mocht zijn. Tegelijkertijd had ik problemen met mijn hoofd, nou dat het wat zou uitmaken dacht ik dan,



 

feedback van andere lezers

  • lief
    met respect gelezen, alleen zou ik zegde hij, wat je een aantal keren gebruikt veranderen in zei hij,
    ik zie dat dit deel 3 is, als ik in de gelegenheid ben ga ik de andere ook lezen,

    "spannend"

    liefs
    rolleke: Lief bedankt voor de tip :-)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .