writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Roman-in-wording .10

door RudolfPaul

De afspraak was dat hij Kees tussen de middag zou bellen om te horen of die erin geslaagd was de video te bemachtigen, of althans de titel ervan te achterhalen. Hij liep terug langs de hoeren in de richting van het plantsoentje waar hij eerder twee telefooncellen had gezien. Op enige afstand voor hem zwalkte tussen de voetgangers een donkere man, luid roepend en druk gebarend, langs de gracht. Mensen keken glimlachend naar hem om. Enkele vrouwen, die in de deuropening stonden te wachten op klanten, riepen naar hem. 'He Humphy!' 'Wat is er met je, jongen?' 'Heb je weer gescoord?'
De in zichzelf gekeerde man scheen hen niet te horen. Johan bleef op veilige afstand achter hem lopen. Plotseling bleef de man staan en schopte tegen een geplette duif die langs het smalle trottoir lag. Even bleef hij staan turen en mompelen, toen bukte hij zich, pakte het bebloede diertje bij een vleugel en slingerde het met een reuzenzwaai tegen een raam waarachter een schaarsgeklede vrouw op een hoge kruk zat. Schaterlachend vervolgde Humphy zijn weg.
De vrouw kwam even later in haar ochtendjas naar buiten gestoven.
'Getverdemme Humphy, wat krijgen we nou!' Maar Humphy was al weg. Ze staarde onthutst naar de verse bloedsporen op het raam en naar de dode vogel die onder tegen de gevel lag. 'Getverderrie, daar kan ik nou helemaal niet tegen,' riep ze naar een jonge vrouw die verderop in een deuropening stond. 'Dode dieren, die kan ik nooit aanraken. Kan jij dat beest niet even voor me weghalen, Moniek?'
In het voorbijgaan pakte Johan het kleverige, bebloede overschot van de vogel bij een vleugel. Hij hield de veren tussen duim en wijsvinger en liep er met uitgestrekte arm mee naar een overvolle vuilnisbak vlak bij het volgende bruggetje. 'Dank je wel, meneer,' riep de vrouw hem na. 'Da's erg lief van je'. Een bejaarde man met een ouderwetse gleufhoed op zei glimlachend: 'De doif is doot, Mineer!' en barstte in lachen uit. Johan keek hem niet begrijpend aan, en de man riep, nu met normale stem:'Weet u nog wel? De duif van Toon Hermans! Als het een dooie mus was geweest, was het die van W.F.Hermans.' De man schaterlachte.
Johan legde het dode dier boven op de uitpuilende vuilnis. Een vleugel bleef langs de opening van de bak naar beneden hangen.
'Of zegt u dat ook al niks?' De man was blijven staan.
Johan liep een eindje met hem op.'Ik ben nog maar net een week in Nederland,' zei hij. 'Ik ken hier verder niemand.'
'Ah, zit dat zo! Ik hoor het al aan uw uitspraak. Een week, dan kan men natuurlijk ook niet verwachten.... Op zoek naar uw roots, zeker, net als al die Amerikanen van Nederlandse afkomst.'
'Australische.'
De man scheen hem niet gehoord te hebben. Hij begon over zichzelf te praten. 'Ik kom helemaal uit Groningen - dat is in het noorden. Eens in de twee maanden mag ik met m'n ouwelullenkaart met de trein gratis overal naar toe. Dan kom ik meestal naar Amsterdam. Zoals vandaag. Hier kent tenminste niemand je en kan je lekker je gang gaan. De mensen zijn hier anders, heel anders. Je kunt veel makkelijker met iemand een praatje maken. De mensen zijn hier opener, in het noorden zijn ze gesloten. Het is net of daarginds iedereen een spreekverbod opgelegd heeft gekregen en dat je een boete krijgt als je zomaar een onbekende aanspreekt. Of dat ieder woord dat de noordeling gebruikt hem geld gaat kosten.'
Bij de telefooncellen aangekomen bleef Johan staan. Hij zocht hij naar het plastic kaartje dat hij in een van zijn vier jaszakken had gestopt.
'En zomaar een vrouw aanspreken, in een supermarkt bijvoorbeeld, is zoiets als iemand onzedig betasten. Brrr! Als ik niet nu en dan een gratis reisje maakte naar het westen zou ik het spreken geheel verleren en zou ik gek worden,' zei de man. 'Wel, ik wens u nog een prettige dag.' Hij wuifde even en liep verder.
Net toen Johan naar de telefooncel wilde gaan liep een keurig geklede man met een grote bos bloemen in de hand hem met driftige pasjes voorbij en verdween in een van de glazen hokjes. De tweede telefooncel was leeg maar toen Johan zijn kaart in de gleuf wilde steken, zag hij dat dit onmogelijk was. Een stukje metaal, misschien een munt, zat onwrikbaar vast in de smalle opening, alleen de rand kon hij zien. Met een lucifer probeerde hij het obstakeltje weg te peuteren, maar het lukte niet.
Johan hoorde de deur van de andere cel dichtklappen, de man had het hokje verlaten. Hij snelde erheen, stak de telefoonkaart in de gleuf en toetste het nummer in dat Kees hem had gegeven. Op het zelfde moment zag hij de in cellofaan gewikkelde bloemen van zijn voorganger op de vloer liggen. De telefoon werd niet opgenomen. Misschien was Kees nog niet terug van zijn bezoek aan de fysiotherapeut. Hij pakte de bloemen en haastte zich naar buiten. Hij holde in de richting waarin hij de man had zien verdwijnen maar het was onmogelijk hem in de mensenmassa terug te vinden. Na een paar minuten gaf hij het op en liep hij besluiteloos langs de gracht. Plotseling stond hij weer bij de vuilnisbak waar hij de dode vogel in gepropt had. Verderop was de vrouw in haar badjas net bezig een emmer water in de goot leeg te gooien. Een lange stok met een spons stond schuin tegen de donkere bakstenen gevel naast het raam. Johan liep erheen en drukte haar de bos bloemen in de handen.
'Voor u, mevrouw,' zei hij bedeesd.
'Voor mij?' De vrouw klonk uiterst verbaasd. 'Zijn deze echt voor mij? Maar waarom in 's hemelsnaam?'
'Zomaar,' prevelde Johan. Hij wilde al doorlopen maar de vrouw pakte zijn hand en zei: 'O dank u, dank u.' Haar gezicht, met die diepe vouwen in haar wangen en denkrimpels tussen haar wenkbrauwen, klaarde helemaal op. Ze zag er ineens vrolijk en meisjesachtig uit.
Johan knikte een paar keer keer vriendelijk tegen haar, trok zijn hand terug en liep snel door.
'Zoiets is me nog nooit overkomen. Moniek! Kijk eens wat ik zomaar van deze jongeman krijg!' hoorde hij haar met blijde stem roepen.

 

feedback van andere lezers

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .