Volg ons op facebook
|
< terug
Het begin.
- Wauw
- Ja. Wauw.
- Dat was intens.
- Ja erg intens.
- Ik, euh
- Ja?
- Niks. Ik vroeg me af
- Of je je mocht douchen.
- Nee. Ik bedoel: ja, maar.
- Wat?
- Niks. Ik kan maar beter vertrekken.
- Oh, oke.
- Hoewel een douche goed zou doen
- Derde deur links.
Je moet niet.
- Vertrekken, je mag blijven.
- Oh.
- Maar je moet niet.
- Blijven of gaan?
- Geen van de twee. Euh, alletwee. Sorry, ik euh. Dat was intens.
- Jah.
- Ik bedoel, je moet niet gaan. Je mag blijven als je wil, maar je mag ook vertrekken. Maakt niet uit.
- Wel, ik wil je niet tot last zijn.
- Ben je niet.
- Ik zou graag blijven, als je't niet erg vindt. Ik bedoel, ik kan ook vertrekken als je wil. Maakt niet uit. Ik wil je niet tot last zijn.
- Wil je blijven?
- Wil je dat ik blijf?
- Je moet niet. Ja.
- Ja?
- Ja, ik wil dat je blijft.
- Ik ook. Ik bedoel, ik wil ook blijven.
- Leuk.. Dus, de douche. Derde deur links.
- Nee, ik wilde niet...
- Wat?
- Ik veronderstel dat dat het beste is.
- Je moet niet.
- Ruik ik?
- Ja. Euh, nee. Je ruikt goed. Je ruikt fantastisch. Ik hou van je geur.
- Ik dacht dat..
- Nee, ik bood je de douche aan omdat ik dacht dat je wilde vertrekken, niet omdat je stinkt. Omdat ik beleefd wilde zijn.
- Dus, je wil niet dat ik een douche neem.
- Nee, je ruikt goed. Echt goed.
- Jij ook.
- Ik hou van je geur.
- Het is zo stil
- En donker.
- 't Is de tijd van't jaar. Lange donkere nachten.
- Ik vind het leuk. Als het zo donker wordt, voelt het alsof. Ik weet niet, het voelt.. Rustig.
- Alsof het tijd is om rustig te zijn. Ik weet wat je bedoelt.
- Ja?
- Ik weet precies wat je bedoelt.
- Ja, 't is tijd om rustig te zijn, maar het is ook.
- Eenzaam.
- Ja! 't Is eenzaam in het donker. Het doet je nadenken.
- Waar denk je aan?
- Niks. Ik bedoel, aan veel.
- Ja, ik ook. En, euhm, nu?
- Wat?
- Waar denk je nu aan?
- Niks.
- Echt?
- Nee. Ik dacht aan een vraag.
- Wat voor vraag?
- Gewoon een vraag die ineens in me opkwam.
- Of'k een vriendje heb?
- Nee. Dat niet.
- Oh.
- Heb je'r een?
- Nee. Jij?
- Nee. Date je?
- Nee. Jij?
- Ja, nee, ik bedoel. Ik date, maar ik vind het vervelend.
- Ja, ik ook.
- Dus je date wel?
- Ja, maar, niet echt. Ik doe het uit gewoonte. Omdat ik het moet.
- Ik ook.
- Dus wat was je vraag?
- Niets eigenlijk.
- Wil je weten of ik positief ben?
- Nee, dat wil ik niet weten. Niet nu.
- Wanneer dan?
- Nu niet. Het zou geen verschil uitmaken voor mij als je't zou zijn. Ik geef er niet om.
- Jawel, dat doe je wel.
- Ben je't?
- Nee.
- Je hebt gelijk.
- Wat?
- Het zou wel een verschil uitmaken.
- Ja, echt he. Voor mij ook.
- Is dat slecht?
- Waarschijnlijk. Ik weet niet, misschien niet. Is het verkeerd dat we niet met jongens willen daten die HIV-positief zijn?
- Zijn wij aan't daten?
- Wil je dat?
- Nee.
- Oh.
- Nee, nee, zo bedoel ik het niet.
- Ik begrijp't.
- Ik bedoelde niet dat ik niet met jou wil daten, maar omdat ik gewoon in het algemeen niet graag date. Omdat ik het haat, en het wil skippen om you know.
- Want daten is vervelend.
- Want daten is vervelend.
- En ik zei "Ik begrijp't" omdat ik het begrijp, niet omdat ik arrogant ben, maar omdat ik het echt begrijp. Echt.
- Oh
- In verband met daten en het skippen. En het is niet slecht om positieve kerels te ontwijken. Zo gaat het nu eenmaal.
- Ja.
- Dus wat is je vraag?
- Het is gewoon een vraag.
- Wat is de vraag?
- Wat als
- Wat?
- Wat als we... verliefd worden. Wat als we vanavond verliefd worden. Als we beslissen om het te doen?
- Oh
- Ik had het niet mogen zeggen.
- Nee, wauw.
- Op zulke momenten moet je gewoon keuvelen over dit en dat en dan naar de badkamer glippen.
- Zodat ik kan vluchten zonder dat ik je moet kwetsen.
- En niet teveel met mijn gevoelens in te zitten want het belangrijkste is
- Gewoon vluchten want jij bent waarschijnlijk een coke-verslaafde dramaqueen die zich aan elke man vastklampt zonder diens naam te kennen?
- Zoiets ja.
En by the way. AUW
- Ik meende het niet.
- Ik ben het niet.
- Een dramaqueen?
- Verslaafd!
- Heh, Maar je bent wel een dramaqueen?
- Waarschijnlijk. Jij?
- Zeker wel!
- Je zult vertrekken, is het niet?
- Nee, nog niet.
- Oh
- Ik, ik verwachtte die vraag gewoon niet.
- Je had trouwens gelijk.
- Over wat?
- Ik ken je naam niet.
- Rik, ik heet Rik.
Jij?
- Koen.
- Ik meende het daarnet. Die vraag. Wat als we beslissen om verliefd te worden, omdat het oké is om die keuze te maken, want het is zo rustig en
- Eenzaam
- En donker. En daten is zo rotvervelend en iedereen zegt dat je moet wachten op de Ware. Maar wachten werkt niet en het is zo -intens-.
- Erg intens.
- Dus dat betekent misschien iets. En dus was ik aan het denken, wat als we nu eens iets anders probeerden en gewoon de keuze maakten.
- Om verliefd te worden
- En het te menen.
- En zien wat er gebeurt.
- Maar no pressure.
- No pressure.
- Ga je op vakantie?
- Nee. Jij?
- Nee. Geen plannen.
- Alleen familiefeestjes.
- Ja, ik ook.
- Ik haat die geforceerde feestjes.
- Ik ook. Ik ben liever alleen.
- Niet alleen, gewoon rustig.
- Ja, rustig.
- Maar met iemand
- Ja, alleen, maar niet alleen.
- Alleen maar niet alleen.
- En rustig.
- Dus. Wil je?
- Naar familiefeestjes?
- Nee, ja. Dat zou ik leuk vinden als jij het wilt.
- Ja, ik ook.
- Cool.
- Maar dat wilde je niet vragen.
- Nee.
- Je bedoelde die andere vraag.
- Jah.
- Ben je bang?
- Ja, erg bang.
- Ik ook.
- Maar wil je?
- Kiezen om verliefd te worden?
- Ja.
- Ja!
- Ik ook.
- Wauw
- Ja, waauw.
- Intens.
- Hehe, Erg intens.
- Dus is het dat dan?
- Nee.
- We moeten het zeggen, hé?
- Gemeend.
- Als dat zou kunnen.
- Wie gaat'r eerst?
- Jij.
- Omdat jij het eerst vroeg?
- Jip.
- Maar als ik het doe, moet jij ook.
- Ja.
- En gemeend.
- Ja.
- Ik hou van je Koen.
- Ik hou van je Rik.
|
