writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Een dagje met opa mee.

door badstop

Onze zeven jaar oude kleinzoon Tom, zou een of twee nachtjes, dat hing er vanaf wanneer hij naar huis wilde, logeren bij ons. Zijn eerste nacht zat erop en we zaten 's morgens samen te knutselen. Door mijn werk als freelance koerier, was ik in rustige tijden regelmatig vrij. Voor de inkomsten ongunstig, maar om af en toe bij te komen van de hectische tijden, prima. Nu was het zo'n rustige tijd en ik had alle gelegenheid om met mijn kleinzoon te fröbelen.

Oma Ellie vroeg wat Tom wilde eten die avond.
"Gourmetten met de pannetjes," klonk het enthousiast en gedecideerd.
"Dat doen we," zei oma enthousiast.
"Blijf jij thuis vandaag?" vroeg ze aan mij.
"Waarschijnlijk wel, het is rustig op dit moment."
Direct dat ik dit zei had ik spijt. Dit was de duivel verzoeken. We gingen door met ons knip- en plakwerk en een half uur later ging de beruchte, mobiele telefoon. Of ik direct iets van Amsterdam naar Veere in Zeeland wilde brengen. Weigeren was geen optie, want hoe lang de rustige tijd duurt, weet je nooit en elk stukje inkomsten is welkom.

"Kunnen we dan evengoed gourmetten?" vraagt Tom, duidelijk teleurgesteld over opa zijn aanstaande vertrek. Mijn vrouw kreeg een idee en vroeg aan Tom: "Wil je met opa mee?"
Ikzelf had wat twijfels. In onze branche gaat het nogal onzeker toe, je begint aan een ritje maar je weet nooit waar het eindigt. Al rijdende worden er bijna altijd andere adressen aan de rit vastgeplakt. Tom twijfelde niet en wilde héél graag mee. Ik dacht, als hij moe wordt of zich gaat vervelen, valt hij wel in slaap. Oma deed wat lego en een schrift in een plastic tas. Tom en ik pakten ondertussen drinken en een paar broodjes en we gingen om tien uur op pad.
We begonnen afscheid van oma te nemen en ik zei: "We zijn uiterlijk om een uur of vijf weer terug."
We keken elkaar aan en we dachten hetzelfde: dat gebeurt vrijwel nooit.
Het was nu te laat, beseften we, want Tom stond te springen om mee te gaan.
"Positief denken," zei ik tegen Ellie, "héél af en toe bén ik op tijd thuis, dus waarom vanavond niet."
"Ik haal nog niets voor het eten, bel maar als weet hoe laat je thuiskomt, dan kan ik het altijd nog halen."
We gaven oma een kus en we vertrokken uit Schagen, richting Amsterdam.

We waren bij Zaandam toen de telefoon ging.
"Ga eerst even naar Monnickendam, daar ligt iets voor Rotterdam."
Niets aan de hand, dacht ik, via Rotterdam naar Veere is een leuke rit, komen we ook nog langs de Zuiderzeewerken. We pakten eerst de zending in Monnickendam op en daarna die van Amsterdam en we gingen richting Rotterdam.

Tom vond het allemaal prachtig en vertelde over school en zijn vriendinnen. Bij schiphol ging weer de telefoon.
"Wil je na Veere iets oppakken in Diksmuide?"
"Ja hoor, ik bel je in Veere wel voor het adres, want ik kan het nu niet opschrijven."
Diksmuide, dat ken ik niet, klinkt erg Zeelanderig, dacht ik.
Tom bouwde ondertussen een vliegtuig van lego. Bij Den Haag was hij uitgespeeld en hij zei: "Opa zal ik in mijn schrift een reisverslag maken?"
Dat vond ik een prima idee.
Met veel plezier begon hij aan zijn reisverslag. Zijn manier van uitspreken van de teksten op de borden langs de weg, was erg komisch. Zijn manier van opschrijven helemaal.
In Rotterdam leverden we onze zending af en vertrokken richting Veere. We reden via de Beneluxtunnel richting de Botlek en Tom was al een tijdje stil. Uit die stilte werd een vraag geboren: "Opa, zijn we wel op tijd terug voor de gourmet?"
"Ik ben bang van niet, we gaan onderweg wat eten, dat is toch ook leuk."
Daar had Tom duidelijk twijfels over.
"We gaan morgen gourmetten," beloofde ik hem.
"Dat kan niet opa, want ik wil vanavond misschien al naar huis."
"Een andere keer dan."
Bij de Botlek zei Tom: "Jasses, wat stinkt het hier."
"Dat zijn de oliefabrieken," legde ik uit.
We deden net of we moesten overgeven. Zo bleven we plezier maken en bezig zijn.

De Oosterscheldedam vond Tom erg interessant en hij schreef erover in zijn reisverslag. Om een uur of vier waren we in Veere, waar ik mijn pakje afleverde en belde naar de zaak voor het adres
in Diksmuide.
Ik dacht, wanneer Diksmuide hier vlakbij is, kunnen we om zeven uur thuis zijn en toch nog Gourmetten. Het antwoord van de planning was alle hoop vernietigend:
"Oostendestraat 45," was het antwoord.
Heel teder, maar doordringend begon er een alarmbelletje te rinkelen en ik vroeg: "Waar ligt Diksmuide ergens?"
"Tussen Gent en Oostende; je bent er vlakbij," was het antwoord en de verbinding werd verbroken. Shit heb ik dat, dacht ik. Voor de planning was het vlakbij waar ik nu was, maar voor Tom niet. Er zat maar één ding op: gewoon zeggen tegen mijn geduldige bijrijder: "Tom, we gaan ook naar België."
'Vet cool,' vond Tom het. Voor we vertrokken, richting België belde ik naar Ellie. Ze had niets anders verwacht.

We vertrokken richting Diksmuide, via de Westerscheldetunnel. "We gaan straks door een héle lange tunnel. Daar moeten we voor betalen," zei ik tegen Tom.
Nu had hij wat om naar uit te kijken. Tot mijn verbazing vermaakte hij zich overigens nog steeds uitstekend. Van vermoeidheid of verveling was geen spoor te bekennen. Op mijn routeplanner zag ik ondertussen dat we nog 130 kilometer moesten rijden voor we in Diksmuide waren. Een groot gedeelte over regionale wegen, dat schiet niet op, dus rond zes uur kon ik op zijn vroegst in Diksmuide zijn, rekende ik uit. Met mijn bankpas betaalde ik voor de tunnel. Tom vond hem inderdaad erg lang en mooi. Via Gent, Brugge, Jabbeke, reden we naar Diksmuide.
"Tom, we zijn bijna in Frankrijk."
"Gaan we daar even heen opa?"
"Een andere keer, als oma en opa in Calais een dagje boodschappen gaan doen, mag jij mee."
Een beetje teleurgesteld nam hij genoegen met deze belofte. In Diksmuide zag ik een friterie en vroeg aan Tom: "Heb je al honger?"
"Nee, nog niet."
"Dan gaan we naar huis."
De routeplanner gaf 355 kilometer tot huis aan. Voor we vertrokken, belde ik de planning en vroeg wat ik met de zending uit Diksmuide moest doen.
"Hou het maar bij je, want het moet morgenochtend voor acht uur in Brussel zijn."

"Doen we," antwoordde ik opgelucht, dat het niet nu nog ergens heen moest.
Morgenochtend om vier uur op, dacht ik erbij.

Voorbij Antwerpen aten we in een smoezelig tentje langs de snelweg een patatje. Met het reisverslag was Tom inmiddels gestopt. Ik bleef me verbazen over het feit dat hij fris en vrolijk bleef tijdens de saaie rit in het donker. Om tien uur waren we weer thuis. Even twijfelde Tom: bij ons slapen of naar huis. Het werd bij ons en met zijn allen gingen we naar bed. Hij slaapt bij ons altijd op zijn matras op de grond in onze slaapkamer, vindt hij zo gezellig.
De volgende morgen ben ik om vier uur het huis uitgeslopen, om vóór acht uur in Brussel te zijn.

Achteraf vond Tom de rit wel prachtig, maar het lange stilzitten toch wel een beetje saai.
"Wanneer ga je weer een keer mee?" vraag ik hem af en toe.
Hij antwoordt dan: "Dat wil ik wel, maar niet zo ver."
"Watje."
"Gekke opa."

 

feedback van andere lezers

  • otiske
    Hoi gekke opa, doe zo verder hoor. Prachtig hoe zoiets gewoons zo speciaal kan zijn.
    Goed geschreven, ghroetjes.
    badstop: De gewone dingen zijn dan ook het mooiste in het leven.
  • innerchild

    Ik hou wel van je Opaverhalen ! 'k Vind ze schitterend !
    Doe je groeten aan Tom ?
    badstop: Zal ik doen.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .