writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Task Force Romeo - 3

door damm

3


Dinsdag 27 april, 16:30 uur, Durrės
Na nog een liter zweet verloren te hebben, kwamen eindelijk twee personen gekleed in een zandkleurig gevechtstenue van de Nederlandse landmacht op ons toe geslenterd. Ze droegen beiden een brede cowboy hoed van dezelfde kleur. Zij noemden dat een woestijn hoed. De lange, slungelachtige majoor stelde zich als Okkert Onderdonk voor, de J5 van TFR. De andere gedrongen figuur was een kapitein, iets kleiner dan mij en hij heette Pepijn Rudgers. Die herkende ik meteen want in 1998 had ik hem in Bosniė ontmoet, maar toen was hij majoor in de G5 functie. Dat hij hier terug als kapitein stond betekende nog niet dat men hem gedegradeerd had. In internationale militaire joint operaties bevorderen sommige landen tijdelijk hun uitgezonden officieren zodat ze hogere functies kunnen bekleden! Uitgenomen de Belgen, die dat niet doen, want een hogere rang betekent eveneens de bijhorende vergoeding en wedde!
Kapitein Rudgers was hier Onderdonks adjunct.
De majoor bood ons vriendelijk een koffie aan, zodat we even de tijd kregen om nader kennis te maken en ons zweet te laten verdampen. Dat eerste gesprek verliep echter positief en mijn vrees voor een eenzijdige CIMIC aanpak, opgekomen na de hartelijke welkomstwoorden van de RSM, schenen ongegrond. De majoor vertelde ons ook dat verschillende functies in het hoofdkwartier niet door de Koninklijke Marine bezet werden. De afdelingen transport, genie en CIMIC werden door gespecialiseerde officieren van de Koninklijke Landmacht geleid.
Na het uitwisselen van onze ervaringen konden we eindelijk onze logementen gaan vervoegen alvorens wij aan tafel mochten voor onze eerste Albanese maaltijd.
Ik eiste om samen met mijn adjunct een kamer te delen, maar volgens Para normen ging dat niet en moest ik tevreden stellen met twee onbekende collega's officieren als kamergenoot.

Die eerste kennismaking met de Albanese keuken liet er geen twijfel over bestaan dat ik hier waarschijnlijk een paar kilo's overgewicht zou verliezen. Hing er vanaf hoelang de oorlog zou duren. De aangeboden menu's bestonden hoofdzakelijk uit rijst, lokaal brood, Aubergines, Yoghurt of pudding en weinig vlees. Gratis water en soda in overvloed. Dat deed me denken aan Al Capone en de Amerikaanse drooglegging in de jaren dertig.
Na dat eerste festijn vervolmaakten wij de inrichting van ons logement, maar dat nam weinig tijd in beslag. Een kamer van drie op vier zonder bedden noch meubilair met enkel een paar rekken aan de muur. Dus stelden we onze vederlichte, militaire veldbedden op. Onze koffer plaatsten we aan de overkant tegen de muur om toch een minimum aan bewegingsruimte over te houden. Een balkondeur gaf uit op een balkon en de plaats waar we vanaf dat ogenblik onze was zouden kunnen drogen want in het hoofdkwartier was er blijkbaar geen reinigingsdienst voorhanden.


 

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .