writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Ilona's Asshole .9

door RudolfPaul

'Als we hier uitstappen, kunnen we door het park naar de begraafplaats lopen,' zei hij. 'We zijn in de verkeerde bus gestapt, eentje die eerst via een omweg naar een nieuwe wijk rijdt en dan pas de route langs de hoofdweg naar het zuiden.'
'Goed. Ik vertrouw op jouw lokale kennis,' zei ze. Ze voelde even aan haar blonde pruik, ze was er duidelijk nog niet aan gewend.
Als jongetje van elf, twaalf had hij vaak in het park met de hond van grootvader gewandeld. Eerst samen met grootvader en later alleen.
Hij liep gearmd met haar naar een plekje waar de platgetrapte aarde tussen de struiken toegang verschafte tot het park. Jammer dat niemand hem zag lopen met zijn aantrekkelijke lerares. Een bekende misschien, iemand van school. Maar niemand zou haar herkennen met die blonde pruik op, zijn medeleerlingen niet, haar collega's niet. Bovendien was er geen mens in de buurt, het park leek uitgestorven.
Ze beklommen een bebost heuveltje. Het was donker onder de naakte verstrengelde boomtakken. Het vale licht van het winterzonnetje dat laag aan de hemel stond, schemerde achter uitgesmeerde wolken maar bereikte deze sombere plek nauwelijks. Het was alsof de dag al ten einde liep hoewel de middag nog maar net begonnen was.
'Dit heet de Trollenplek,' vertelde hij haar toen ze even later op een nog hogere heuvel liepen. Ze keken neer op de grote inktzwarte vijver midden in het bos.
'Trollenplek, hoe verzinnen ze het?' Ze staarde met een droeve glimlach naar het rimpelloze water. 'Ik zie er zelf uit als een soort trollenmensje met deze pruik op.' Ze trok de voorkant van het namaakhaardos wat rechter op haar voorhoofd. 'Misschien had ik beter deze zwarte kunnen opzetten. Ik heb het bij me, in m'n tas. Evenals die knalroode.' Ze ritste haar schoudertas open en trok een wollig zwart bolletje tevoorschijn.
'Nee nee, deze staat je goed. Zo lijk je sprekend op Cicciolina. Meer nog dan op Morticia,' haastte hij tegen haar te zeggen. Hij stond daar maar wat te grijnzen maar ze lachte niet terug.
'Ciccio... o ja, dat malle pornovrouwtje.'
Ze wees naar beneden. 'Waarom is dat water zo luguber, zo zwart? Van de koele meren des doods, heb je dat boek wel eens gelezen?'
'Nee. De titel spreekt me niet erg aan.'
Hij trok haar zachtjes met zich mee de helling af. 'Dat donkere water, dat komt door de dikke laag bladeren die daar op de bodem ligt. Die blijft daar eeuwig liggen rotten. Het is geen stromend water. Bladeren van de iep, de wintereik, de amerikaanse eik... Wist je dat de oudste boom in dit bos dateert uit 1825?'
'Hoe weet je toch altijd zulke dingen?'
'Het staat te lezen op een bord bij de ingang, daar komen we straks langs.'
Ze liepen voorbij het stilstaande water naar de met graffiti bekliederde muziekkoepel en bleven even staan om enkele van de kreten te lezen. Nog steeds niemand te zien. Vroeger kwamen hier altijd mensen die hier hun honden uitlieten.
Morticia keek de bospaden af. 'Nergens een teken van leven,' zei ze. 'Laten we weg gaan, ik vind het hier eng. Doodstil. Ik word triest van al die kale boomstammen en dorre bladeren.'
Inderdaad, ze waren geen enkele wandelaar tegengekomen. Gauw doorlopen. Hij wilde niet dat Morticia ten prooi viel aan somberheid, hoewel daar alle reden toe was. Die bestralingen die ze over enkele dagen moest ondergaan en de mogelijke verwijdering van haar borst, dat was ook niet niks. God zegene de ingreep. 'Kom op, Morticia, laat je niet...,' Laat je niet kisten wilde hij zeggen maar kon nog net dat woord inslikken. 'Laat je er niet onder krijgen.' Ojee, al weer een verkeerde woordkeus. 'Herinner je het credo van de Addams familie? "Wij vreten degenen op die ons er onder proberen te krijgen"'.
Ze glimlachte flauwtjes. 'Ik weet het: Sic gorgiamus allos subjectatos nunc.'
Ze bleven even staan voor het informatiebord bij de officiële ingang van het bos. Daar wees hij ook de plek aan onder een struik waar hij vijf jaar geleden als jongetje van twaalf een groen uitgeslagen vierkante stuiver vond.
'Wat heb je ermee gedaan?'
'Niks. In het mapje gestoken van mijn beginnende muntencollectie en er verder nooit meer naar omgekeken. Ik hou er eigenlijk niet van om dingen te verzamelen.'
Ze staken hand in hand de drukke weg over en liepen naar het nabijgelegen kerkhof waar zijn grootvader begraven lag. En waar Morticia zou komen te liggen als alles verkeerd afliep.

'Kijk, daar hebben we Hem ook!'
Ze liepen over een pad van kiezelstenen naar een boomhoog christusbeeld dat temidden van de oudste grafstenen stond.
'Als klein wilde ik Hem onder Zijn oksels kietelen om een lachje op Zijn treurige gezicht te toveren.'
Ze mompelde de woorden die gekerfd stonden op de sokkel: 'In paradisum deductant te angeli..., mogen de engelen u geleiden naar het paradijs... et perducant te in sanctum..., en u binnenvoeren in het heilige...' Ze keek hem grijnzend aan. 'Maar dat heb ík toch al voor je gedaan! Ik heb je geleid naar mijn ... en je binnengevoerd in mijn heilige...'
Ze zweeg. 'Weet je,' zei ze aarzelend. 'Ik krijg ineens weer vreselijk zin in seks als ik zoiets lees, gek hè. Zelfs hier, tussen al deze dooien. Vooral hier.'
Ze liepen verder, naar de graven die er wat nieuwer uitzagen. Het graf van haar man was gauw gevonden. Dat van Rogiers grootvader was meer naar links, daar moesten ze straks nog eens gaan kijken.
'Hier ligt Dikkertje. Onder deze steen.' Morticia sprak de woorden alsof er iets officeels, iets plechtigs ging gebeuren. Ze stonden voor een eenvoudige donkergrijze dekplaat dat een beetje naar beneden helde. Er was geen staande grafsteen zoals bij de meeste graven. De naam, geboortedatum en overlijdensdag waren bovenaan in het marmer gebeiteld. Ze stond met gebogen hoofd.
'Dikkertje... je zult nu wel niet zo dik meer zijn. Van die pens van jou is nu niets meer overgebleven na vijf jaar. Hier sta ik dan met mijn minnaar, mijn geliefde leerling Rogier, die ik aan je voor wil stellen. Hij heeft jouw plaats ingenomen. Tijdelijk, vrees ik, want ook ik zal waarschijnlijk het tijdelijke voor het eeuwige moeten inruilen. Dan zal ik bij je komen liggen, boven op je, onder deze platte steen.'
Rogier keek haar van terzijde aan. Hij legde een arm om haar schouder.
'Dit moet jij later ook komen doen,' zei ze met een dromerig zachte stem. 'Als je een lief meisje hebt, breng haar dan hier, stel haar aan mij voor, kom gezellig met haar op ons graf zitten, dichtbij me, en vertel je geliefde dan over mij, over wat we de laatste weken samen hebben beleefd. Dat zou ik fijn vinden. Ik ben dan wel dood, maar ik wil voortleven in je gedachten.'
Ze keek op alsof ze ontwaakte en keek om zich heen. Ze ging op de grafplaat zitten en legde haar tas naast zich neer. Rogier stond zwijgend naar haar te kijken en wist niet wat hij zeggen moest. Haar kleding, een zwarte broek en jasje met fijne grijze streepjes over de hele lengte, deed hem denken aan het deftige krijtstreepcostuum van zijn grootvader. Die had de overledene ook aangehad toen hij lag opgebaard.
'Alles is hier net zo stil en kaal als zo-even in het bos,' zuchtte ze. 'Zie je die geknotte treurwilgen? Die knoestige, kronkelige takken? Kaal, kaal, kaal. De bomen zijn kaal, m'n kop is kaal, m'n kutje is kaal...'
'Je kutje?'
'Ja, die heb ik vanmorgen ook maar alvast kaalgeschoren. Ik heb een plukje schaamhaar voor je bewaard. Die kun je in je mapje steken met je munten. Lord Byron had een hele verzameling haarplukjes van vrouwen met wie hij het had gedaan. Ik weet niet hoe andere vrouwen dat altijd bij zichzelf doen, ik heb me daar nog nooit eerder kaalgeschraapt met een scheermesje. Het schrijnt daar als een gek, ik voel het gewoon gloeien als ik loop. Wil je het zien?'
Hij keek haar grijnzend en ongelovig aan. Voor hij antwoord kon geven ging ze op haar tas zitten, stak haar beide handen onder haar broekband en duwde haar broek tot over haar knieën naar beneden. Bij haar kruis hield ze met een vinger het katoen van haar slipje opzij om hem een een blik op een glimmend en mollig stukje van haar onderlijf te gunnen.
Hij keek geschrokken in het rond en ging gehurkt voor haar zitten.
'Wees maar niet bang, niemand ziet ons hier, wij zijn echt de enigen op deze begraafplaats.'
Ze boog zich voorover. Met haar vinger drukte ze voorzichtig op een eenigszins roze plekje links boven de dubbele plooi van haar geslacht. 'Kijk, hier doet het zeer,' zei ze. 'Vooral als ik loop en de stof van mijn broek er tegen aan schuurt. Geef er maar kusje op, misschien helpt dat.'
Hij drukte zijn lippen op het zachte plekje. 'Mmmm... ruikt lekker. Naar melk en honing.'
'Mijn paradisum. Ik heb er een zalfje op gesmeerd. Proef maar. Proef mij eens tussen mijn lipjes...'
'Mmmm.... nectar en ambrosia.' Met het puntje van zijn tong zocht hij het zoete vocht uit een bloemkelk.
Ze duwde zijn gezicht weg uit haar kruis. 'Rogier... ik wil je in me hebben... in mijn paradisum...'
'Hier?'
'Ja hier. Durf je dat?'
Hij schudde zijn hoofd. 'Op klaarlichte dag... te riskant, we kunnen betrapt worden.'
'Het kan best,' zei ze vastberaden. 'Niemand die ons hier kan zien. En al de dooien om ons heen zullen het vast niet erg vinden, integendeel...' Ze was al begonnen zijn broekriem los te maken en zijn spijkerbroek naar beneden te sjorren. Hij trok zelf zijn onderbroek tot aan zijn enkels. Ze schopte een schoen uit, haalde haar linkerbeen uit haar broekspijp en slipje en ging languit op het hellend vlak van de deksteen liggen met haar billen op haar schoudertas. Plaats een kussen onder haar billen, dan kom je er beter vòòr, schoot het door hem heen. Dat was een aanbeveling van Jan Wolkers in een van zijn opwindende verhalen.
Zij nam zijn geslacht ter hand en leidde hem haar paradisum binnen.
'Lig je zo niet ongemakkelijk en is het niet te koud voor je op deze harde steen?' vroeg hij bezorgd.
'Toe maar jongen, ik kan wel tegen een stootje. Maar wel op tijd uit me terugtrekken als je het bijna voelt komen, hè. Denk je dat dat zal lukken? Ik wil niet van dat witte spul in me. Ik loop een groot risico, ik ben onbeschermd.'
Zijn bovenbenen maakten petsende geluidjes tegen de haar dijen, rondom hen heerste absolute stilte.
'Ach, wat maakt het nog uit,' bedacht ze zich. 'Dat beetje jongenszaad dat in me achterblijft, dat kan nu vast geen kwaad meer, dat wordt bij de bestraling wel onschadelijk gemaakt. Ik waag het erop. Laat het maar komen als je zo ver bent, je kunt het gerust de vrije loop laten.'
Toen het voorbij was bleef hij nog even op haar liggen. Het was alsof hij vanonder in haar verankerd lag. Hij keek naar haar mooie geëxalteerde gezicht, naar de gloed op haar wangen.
Zij keek opzij en schrok.
'Daar staat iemand...'
Hij rukte zich uit haar los. 'Waar?'
'Daar ergens.'
'Ik zie niets.'
Hij had ondertusen zijn onderbroek en spijkerbroek weer aan.
Ook Morticia fatsoeneerde haar kleding. 'Zou ik me dan vergist hebben, ik meende toch echt iemand te zien die naar ons stond te kijken... een gedaante, een man ... roerloos stond hij daar ... een stille getuige.'
Beiden keken in het rond maar ze zagen niemand. Ze liepen terug over de knarsende kiezelstenen naar het hoge ijzeren hek dat toegang gaf tot de begraafplaats.
Morticia keek nog een keer om. 'Geen mens te zien,' mompelde ze. 'Het moet toch een interessant schouwspel voor die kerel zijn geweest als-ie er wèl stond.'
Ze liepen door het hek naar buiten en gingen op weg naar de stad.
Rogier was opgelucht. Het graf van grootvader, schoot hem ineens te binnen, dat waren ze helemaal vergeten.

 

feedback van andere lezers

  • feniks
    Ik vrees dat de titel mogelijke lezers afschrikt.
    Ik vind dit best vlot geschreven en erg ondergewaardeerd.

    Spellingfoutjes:
    verschaftte
    aantrekklijke
    RudolfPaul: Dank je feniks. Ik heb de foutjes verbeterd. Tja die titel... ik zal misschien een andere moeten bedenken. Ilona's Asshole is de titel van het kunstwerk van Jef Koons.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .