writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Task Force Romeo - 10

door damm

10


Vrijdag 30 april, 08:00 uur, Durrës

Terwijl ik informatie uit de dagelijks rapporten verzamelde en mijn vierde dag startte, vertrok Okkert Onderdonk naar de commando-ochtendvergadering. Die duurde zo gemiddeld dertig minuten, voldoende opdat alle belangrijke commandotakken zoals inlichtingen, operaties en CIMIC hun verslag konden uitbrengen. Na deze meeting riep Okkert dan zijn eigen mensen bijeen op het terras van de cafetaria. Daar zag men alle chefs die bij een kop koffie hun ondergeschikten of medewerkers briefden. De dagelijkse CIMIC bijeenkomst van het HQ team en het team van het bataljon had tot doel om de verschillende taken CIMIC te kunnen coördineren. Het para-team bestond uit drie officieren, een onderofficier en een chauffeur. Hoewel dit onder bevel stond van de bataljons commandant, het was de J5 van het Task Force Romeo HQ die het commando voerde over de coördinatie van alle humanitaire opdrachten. Het Para CIMIC-team stond in voor het vestigen en onderhouden van contacten met de locale autoriteiten in de onmiddellijke omgeving van de verschillende bivakken, aangeduid met de codenaam SIMBA ONE, TWO en THREE. Dit sloot niet uit dat de J5 hen bijkomende taken oplegde. Deze dagelijkse kleine vergadering moest vermijden dat beide teams een eigen agenda zouden volgen en elkaar daarbij voor de voeten gingen lopen. Ik kreeg echter meteen door dat het Para-team zijn eigen wegen volgde, waarschijnlijk onder druk van de arrogante commandant Grégoire Guerre.
Nochtans maakte de majoor Onderdonk van meet af aan duidelijk dat in verband met humanitaire acties, HIJ alleen de verschillende taken vastlegde. Vooral wat het vervoeren van vluchtelingen of goederen betrof.
Die vrijdag informeerde hij ons dat er iemand van ons voor onbeperkte duur naar Kukes moest om er de vluchtelingen transporten van daar uit naar het zuiden toe te coördineren. Ik zou als eerste uitgestuurd worden. Helaas kreeg ik snel de bevestiging dat mijn vermoedens betreffende het Para-team niet ongegrond waren en dat zij hun eigen spel wilden spelen. Als echte warriors!

Okkerts adjunct was de vorige dag met een voedselkonvooi naar Kukes vertrokken en hij zou op dertig april met een honderdtal vluchtelingen terugkomen. Door zijn afwezigheid voelde Okkert zich zo eenzaam dat IK hem die ochtend mocht begeleiden. Dit was de eerste keer, maar het zou ook de laatste keer zijn dat we samen op stap gingen. Ondertussen bleef Louis Pardoens braaf in het HQ om er de permanentie te verzekeren.
Het voertuig van mijn Nederlandse collega's was een vier maal vier MB290 alle terrein (Mercedez Benz) en ik moest meteen denken aan mijn eigen transportproblemen waarvoor nog niemand een oplossing had gevonden.
Soms kreeg ik de indruk dat de luitenant kolonel Grandjean, chef operaties, mij uit het terrein wilde weghouden, zodat de para-teams van het bataljon ongehinderd hun eigen agenda konden volgen. Hij nam de twee Iltissen in beslag voor eigen geplande opdrachten of ze moesten noodgedwongen in stand-by blijven. De Jumper, het voertuig dat voor het CIMIC-team bedoeld was, zette hij als pendel in. Ook de Belgische Logbase (logistiek basis) vond voor mij geen voertuig en de vond het zelfs vreemd dat ik er geen in het hoofdkwartier kon krijgen. Ook ik vond dat vreemd, maar ik begon echt te twijfelen dat CIMIC hier gewenst was. Al was Grandjean een stafofficier, het was me duidelijk dat hij vooral het Belgisch para bataljon steunde. Later zou ik begrijpen dat de aanwezigheid van talrijke journalisten in de omgeving daarbij een beduidende rol speelde. Bepaalde heren wilden van die gelegenheid profiteren om zoveel mogelijk op de beeldbuis te komen. Nochtans waren het vooral de CIMIC-officieren die op het terrein met vluchtelingen en organisaties werkten en die voor de media een interessante bron van informatie waren. Dat zinde de fighters niet.
Ik was uitgestuurd door het operationeel commando en de chef operaties kon moeilijk mijn functie teniet doen, maar hij deed wel alles om mijn bewegingsvrijheid te beperken. Later zou ik begrijpen waarom het mij zo moeilijk gemaakt werd.

J2: joint inlichtingen
J3: joint operations
CIMIC: civilian military cooperation

 

feedback van andere lezers

  • Julien_Maleur
    Blijf dit interessant vinden. Geeft een mooi beeld van de intriges en onderlinge wedijver daar ter plaatse.
    groeten
    JM
    damm: Bedankt.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .