writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

De scheiding - (64)

door Julien_Maleur

Vijf dagen na zijn aanhouding mag Michel de gevangenis verlaten. Vrijdagnamiddag drie uur: Michel is vrij. De raadkamer, die deze voormiddag over zijn lot moest beslissen, deed er twintig minuten over om hem in vrijheid te stellen. Het openbaar ministerie deed hard haar best om dit te verhinderen. De substituut van de Procureur des Konings wees op het gevaar voor recidive. De kans bestond dat hij zijn kind opnieuw zou ontvoeren. Ook benadrukte hij het belang van het onderzoek. Het mocht echter niet baten. De Raadkamer oordeelde dat Michel geen gevaar vormde voor de maatschappij en dat het risico, dat hij het land zou uitvluchten, bijzonder klein was. Het vonnis luidde dan ook, dat er geen reden was om het aanhoudingsbevel met een maand te verlengen. In het vonnis was echter de voorwaarde opgenomen, dat Michel uit de buurt moest blijven van zijn vrouw en kind en dat hij zich strikt moest houden aan de regels van het bezoekrecht.
Drie uur in de namiddag: nadat de administratieve formaliteiten zijn afgehandeld verlaat Michel de gevangenis van Vorst. Niemand wacht op hem aan de poort. Ook zijn advocaat niet. Deze is door andere verplichtingen verhinderd.
Michel gaat te voet in de richting van het stadscentrum. Op het einde van de straat stapt hij een herberg binnen. Hij bestelt een Grimbergen en een kaasschotel. Na de gevangeniskost smaakt dit heerlijk. Hij blijft een hele tijd zitten. Niemand die weet wat hij denkt. Dan belt hij met zijn gsm voor een taxi. Zijn oorspronkelijk idee om zich naar huis te laten voeren lijkt hem toch een beetje duur uit te zullen vallen. Daarom laat hij zich afzetten aan het Zuidstation. Hij neemt er de trein naar zijn dorp, waar hij een bus neemt tot in de nabijheid van zijn woning. Het laatste stuk loopt hij te voet. Als hij de straat inkomt, ziet hij zijn auto staan, nog steeds voor zijn woning, op dezelfde plaats als toen hij werd gearresteerd. Hij loopt er heen. De auto is niet slotvast. Achter de ruitenwissers zit een brief van de rechtbank. Het is een dagvaarding voor een nieuw kortgeding, dat al overmorgen plaats zal hebben. Hij steekt de dagvaarding in zijn jas en gaat zijn woning binnen. Van achter hun gordijnen beloeren de buren zijn doen en laten.
In de leefkamer telefoneert Michel naar zijn advocaat. Deze is er niet. Een antwoordapparaat vertelt hem dat hij na de bip een boodschap kan inspreken.
'Met Michel Vandam' zegt hij tegen dat zielloze apparaat, 'Bel mij zo vlug mogelijk terug. Ik heb bij mijn thuiskomst een dagvaarding gevonden voor een nieuw kortgeding overmorgen. Weet jij misschien waar dit om draait?'
Nadat hij een glas met coca cola heeft leeg gedronken, loopt Michel terug naar buiten. Hij stapt in zijn auto en rijdt weg, naar de redactie. Hij moet daar uitleggen wat de voorbije dagen is gebeurd, waarom hij werd aangehouden. Hij wil, dat ze op zijn werk weten, dat hij geen misdadiger is. Dat ze begrijpen waarom hij zijn zoon op school heeft weggehaald, waarom hij zich met het kind een week lang verborgen hield. Volgens het strafwetboek is hij een harteloze ontvoerder. In wezen echter is hij een niet te troosten vader die zijn zoontje mist. De collega's en de hoofdredacteur moeten dat toch snappen!


Het is al bijna vijf uur in de namiddag als Michel aankomt op de redactie van de lokale Tv-zender. De collega's bekijken hem met wantrouwen en doen vrij afstandelijk. Slechts twee beantwoorden zijn groet, de anderen doen of hij lucht is. Dit voelt niet goed. Hij loopt dan maar rechtstreeks door naar het bureau van de hoofdredacteur.
'Ik wil even komen uitleggen wat de voorbije dagen is gebeurd en waarom ik na mijn vakantie niet ben komen opdagen.' zegt hij als hij het bureau binnentreedt.
De hoofdredacteur bekijkt hem verveeld. Dan zegt hij, terwijl hij Michel een witte omslag overhandigt:
'We weten maar al te goed waarom je niet bent komen opdagen. Iedereen weet dat je in de gevangenis bent beland. Het was een van onze onderwerpen in het nieuws. Je kunt wel begrijpen dat ik je moet ontslaan. Hier je ontslagbrief en je C4.'
Deze mededeling treft Michel bijzonder hard. Dat is het laatste was hij heeft verwacht.
'Dat kun je toch niet maken, Vic.' antwoordt hij vol vertwijfeling. De televisie is mijn leven, mijn broodwinning. Dat kan je mij toch zo maar niet afnemen.'
'Toch wel! Wegens dringende redenen.' klinkt het onverbiddelijk. Na enkele seconden voegt de hoofdredacteur er iets milder aan toe:
'Het spijt mij, Michel. Ik kan mij niet veroorloven een medewerker in dienst te houden die wordt vervolgd voor ontvoering met geweldpleging, die bovendien in de gevangenis heeft gezeten. Onze kijkers zouden dat niet pikken. Misschien kun je terug komen als alles achter de rug is. Nu echter is er voor jou bij ons geen plaats. Je bent hier niet meer welkom.'
Wat de hoofdredacteur verder nog zegt hoort Michel niet meer. Hij heeft zich omgedraaid en verlaat moedeloos het bureau, dan het gebouw. Hij is nu ook zijn werk kwijt. Gedaan zijn mooie carrièredroom. Hij is niemand meer. Voor een paar dagen was hij nog een stuk opgejaagd wild, maar nu is hij dat zelfs niet meer. Allemaal door de schuld van zijn vrouw. Wat moet zij hem toch haten! Zij wist hoe belangrijk zijn werk, zijn loopbaan, voor hem zijn. En ook dat heeft ze hem nu afgepakt. Hij is zijn vrouw kwijt, zijn zoon kwijt, zijn werk kwijt. Hoe moet hij nu verder?
Hij is pas in zijn auto gestapt, als zijn gsm gaat. Het is zijn raadsman. Michel brengt hem zenuwachtig op de hoogte van de toestand. Het antwoord van zijn advocaat maakt hem echter niet gelukkiger.
'Dat was te verwachten.' zegt deze, 'Als televisieman ben je een publiek figuur. De mensen kijken naar je op. Je werkgever moet daar rekening mee houden. Hij kan niet het risico lopen kijkcijfers te verliezen. Ik kan daar niets aan doen. Je zult naar ander werk moeten uitzien. Waar dat nieuw kortgeding over gaat weet ik niet. We zullen moeten wachten tot op de rechtbank, als de tegenpartij haar besluiten neerlegt.'
'Ik kan toch op jou rekenen voor mijn verdediging?' vraagt een ontgoochelde Michel. Het antwoord is kort en bondig:
'Zo lang je mij betaalt, is er geen enkel probleem'.

**
(wordt vervolgd)




 

feedback van andere lezers

  • DeKoeneRidder
    Ben benieuwd!

    Gr. DKR
    Julien_Maleur: Dank je DKR voor lezen en appreciatie.
    Vg
    JM
  • sproet
    ik weet dat je het nog gaat herschrijven en dit deeltje gaf mij het gevoel een beetje stroef te lezen. de inhoud is ok, maar het leest minder vloeiend dan andere stukjes die je schrijft.
    een vraag die ik me stel: worden brieven van rechtbanken niet altijd persoonlijk afgegeven en moet er niet getekend worden voor ontvangst? het lijkt me onwaarschijnlijke dat hij onder een ruitenwisser geplaatst wordt!

    liefs, trees
    Julien_Maleur: Dank je Sproet. Niet alle brieven van de rechtbank worden persoonlijk en aangetekend bezorgd. Hangt van de brief af.
    De betekening van een vonnis wordt via deurwaarder bezorgd aan betrokkene, die aftekent voor kennisneming en ontvangst. Maar als betrokkene niet thuis is kan de deurwaarder het vonnis en bijhorende documenten gewonen deponeren op het politiecommissariaat, waar betrokkene het dan moet afhalen.
    Maar het is idd misschien beter dat ik deze passage in mijn verhaal meer voor de hand liggend maak.
    groeten
    JM
  • henny
    Ik ben het met sproet eens. Zo'n belangrijk papier wordt niet onder een ruitenwisser geplaatst, dunkt mij.
    Wel een heel triest deeltje.
    Julien_Maleur: Dank je Henny. Ik verwijs naar commentaar bij Sproet.
    groeten
    JM
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .