writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Sorane 1 Een nieuw begin - hoofdstuk 7/17

door Jelsi

Anya
Als Quana een paar seconden later op haar hoede in de grot stapt, is Sorane niet meer te zien. De groenhuidige merkt al snel dat de Hypsoon en het energiezwaard van Jakira niet meer op hun plaats liggen. De metalen wapens van Jakira liggen nog onaangeroerd waar ze lagen. Nadenkend legt ze Jakira's Hypsoon en energiezwaard op hun plaats. Even kijkt ze nog eens om zich heen, maar kan niets verdachts ontdekken.
-Er moet hier iemand geweest zijn. hoe zouden die dingen anders op de grond terecht gekomen zijn,- denkt ze, terwijl ze de omgeving scant.
"We sluiten de grot volledig af en gaan dan achter de valse Jakira aan," zegt Dargo.
Quana kijkt nog even om zich heen. Dan knikt ze en verlaat de grot. Met hun telekinetische krachten laten ze de ingang van de grot dichtschuiven. Even blijven ze naast elkaar staan en kijken ze nog naar het graf van hun dode vriendin. Ze beseffen beiden dat ook zij kwetsbaar zijn, als leven ze al duizenden jaren. Quana werpt een blik op haar lotgenoot en dan slopen ze beiden naar hun wagen.
Als Sorane materialiseert, wankelt ze even en kijkt om zich heen. Ze staat in een groot woud. Het is nog steeds donker.
-Had ik mijn wapens maar kunnen meenemen. Ik had best een energiewapen kunnen gebruiken. Maar misschien zijn er in de kleine basis op het zuidelijk continent andere wapens. Ik heb bondgenoten nodig. Misschien, Serdon. Ja, als hij zijn vrijheid wil, moet hij mij helpen,- denkt ze.
-Wapens kan ik vormen Sorane. Of wil je Jakira genoemd worden.-
-Noem me maar Sorane. Kan jij wapens vormen, ook energiewapens,- zegt Sorane verbaasd.
-Ja, maar alleen met uw hulp. Uw kracht en mijn mogelijkheden vormen een combinatie, die bijna alles kan vormen. Alleen hebben we de aanvullingen nog nodig van mijzelf. En daarna moet u erin slagen, om uw oude krachten terug op te bouwen.-
-We zien wel. Open een overbrengersveld naar de volgende coördinaten L55- B243.-
Dadelijk is Sorane door een lichtblauw veld omgeven wordt doorzichtig. Als ze uit het veld stapt, verdwijnt het dadelijk. Ze kijkt op haar hoede om zich heen en merkt dadelijk dat ze zich nu in het gebergte, van het zuidelijk continent, bevindt. Ze kan echter niets van een basis ontdekken. Toch moet de Muoonse basis zich hier ergens bevinden. Daar is ze zeker van. Telepathisch scant ze de omgeving, maar ook dat helpt niet. Maar ze wordt zelf wel ontdekt door iets diep onder de grond. Overal flitsen lichtjes en 3D schermen op.
-Meesteres, schrik niet. U werd gescand en herkent,- hoort ze de stem van haar Hypsoon, maar dan voelt Sorane iets vreemds.
Een seconde later is ze in een overbrengerveld gehuld en materialiseert op hetzelfde moment later diep onder de grond.
"Welkom meesteres. Ik ben Taran 1. U hebt mij lang op u later wachten," zegt een menselijke gedaante, die voor haar staat.
Sorane kijkt op en ziet een jonge vrouw, die haar ergens bekend voorkomt, voor haar staan.
"Waarom noem jij mij meesteres?"
"Omdat ik in uw opdracht gebouwd werd."
"Jij bent dus geen mens. Maar je zegt dat je in mijn opdracht opgebouwd werd? Dat kan niet, ik heb nooit..."
"Nee, Sorane. Ik ben een halogram, gevormd naar het uiterlijk van Anya Sombor. Uw informatiedrager kwam uit de toekomst en maakte duizenden jaren geleden deel uit van haar identiteit. U was toen op weg om de vreemde zwarte identiteit te vernietigen, die uw geboorte wilde verhinderen."
Even kijkt Sorane voor zich uit en langzaam komen de vergeten herinneringen terug.
"Ik herinner mij zoiets. Jij bent dus een kunstmatig wezen zoals Xan."
"Xan.. Term onbekend. Maar ik ben kunstmatig opgebouwd. Dus dat klopt, meesteres. Ik ben een halogram, maar ook de centrale computer van deze basis."
"Taran 1 dus. Wie heeft je zo genoemd?"
"Uzelf, als Anya, noemde mij Taran. Maar toen er later twee basissen bijgebouwd waren. Noemden wij ons Taran 1, 2 en 3.
"In orde, Taran 1. Maar ik zal je beter Anya noemen, want uiterlijk zie je er uit zoals zij."
"Uw wens is een bevel, Sorane."
Sorane kijkt Anya even aan.
"Als ik het niet mis heb, moet er ook een vreemd voorwerp, dat een onvoorstelbare macht bezit aanwezig zijn."
"Dat klopt, meesteres. Volgens uw bevelen is het veilig opgeborgen in het schip dat in de zonnecarrona in een baan draait."
"Is dat schip er nog steeds. Zeker, Meesteres. Ik heb elk jaar één maal contact met de, in de oceaan verborgen, kruiser. De robotbemanning doet zijn taak nog steeds volgens uw aanwijzingen en heeft regelmatig contact met het grote schip."
"Het schip laten we voorlopig waar het is. Is de kruiser gevechtsklaar," vraagt Sorane.
"Ja, meesteres."
"Ik wil dat je mij Sorane noemt, niet meesteres."
"Bevel begrepen, Sorane," antwoordt het halogram."
"Kan je mij een nieuwe basisuitrusting en een tiental Hypsoons bezorgen."
"Die liggen al vele jaren op uw komst te wachten. Aan boord van het schip is de productie van Hypsoons en uitrustingen gestopt, wegens gebrek aan opslagruimte."
Even flitst er een blauw licht op links van Sorane en als het verdwijnt liggen er tien Hypsoons en vier kleine Pentagons.
"Voeg deze Pentagons toe, Sorane," hoort ze haar Hypsoon zeggen.
Sorane neemt de vier Pentagons één voor één op en drukt ze op de plaats waar haar Hypsoon zit in haar hals. Eén voor één smelten ze samen en geven de Hypsoon meer mogelijkheden.
Dan neemt ze de datamodule uit het zakje aan haar riem.
"Dit is een Enuroonse datamodule. Anya, kan jij dat laten analyseren," zegt ze, terwijl ze haar hand uitsteekt.
Het halogram neemt het aan en kijkt er even naar.
"In orde, Sorane. Dat is geen probleem. al zal het wel enkele aanpassingen noodzakelijk maken," zegt Anya en verwijdert zich.
"Ik ga intussen een lekker bad nemen," zegt Sorane, terwijl ze haar kledij laat verdwijnen.
"Wijs me de weg naar, de stortbaden," beveelt Sorane.
De computer, die haar bevel ook gehoord heeft, stuurt de plattegrond naar Sorane's Hypsoon, zodat deze haar de weg kan tonen op een half doorzichtige map, voor haar gezicht.
Plots ziet Sorane twee knappe jongemannen naar zich toelopen. Ze zijn beiden in een ijsblauw uniform gekleed. Ze zien er bijna hetzelfde uit als de uniformen van de basis op de maan van de zesde planeet.
"Wauw, wat een mooie meid en nog in haar blootje ook," lacht een van de twee.
Sorane blijft verschrikt staan, terwijl ze zich met haar handen probeert te bedekken.
-Vorm snel nieuwe kleren. Ik dacht dat hier geen mensen waren,- denkt ze ontsteld.
-Niet nodig, Sorane. Dat zijn menselijke halogrammen. Ze zijn helemaal geprogrammeerd om als mensen te reageren.-
"Ach zo, Ze hebben wel even laten schrikken."
-De computer heeft het juist bevestigd. Er zijn geen mensen in deze basis,- antwoordt de Hypsoon.
Sorane trekt haar schouders op en wendt zich tot de twee.
"Wat hebben jullie hier te zoeken?"
"Wij werden door Anya gevormd om u te dienen."
"En jij, wat doe jij nog hier?"
"Het is onze taak om uw wensen uit te voeren, Sorane."
"Mijn wensen. Wat bedoel je daarmee? Maar goed, volg me maar…"
Beide halogrammen volgen de roodharige naar haar vertrekken, zonder dat er nog iets gezegd wordt. Een paar minuten later staat Sorane heerlijk te genieten van het koele water dat over haar naakte huid glijdt. Als ze een uurtje later eindelijk onder het water uitstapt, voelt ze zich al heel wat beter.
Even kijkt ze in de spiegel, terwijl ze de warme lucht over haar natte huid voelt glijden.
"Zo slecht zie ik er toch nog uit. Sorane heeft haar lichaam goed getraind. Alleen spijtig dat ze zo slecht was," fluistert ze.
-Ze was zo slecht niet, Sorane. Ze verdiende veel, maar ze besteedde het geld om mensen te helpen, die het nodig hadden.-
-Wat bedoel je?-
-In verschillende dorpen van het platteland, heeft ze scholen, fabrieken en ziekenhuizen gefinancierd. Door haar hulp werd het leven van de dorpsbewoners fel verbeterd.-
-Ben je zeker.-
-Ja, in een van de dorpen heeft ze zelfs en groot huis laten bouwen, waar ze zich wou terugtrekken als ze opnieuw een normaal leven zou gaan leiden.-
Even staart Sorane nadenkend voor zich uit. dan stapt ze naar buiten. In de gang merkt ze dadelijk het halogram op dat naast de buitendeur staat.
"Nog steeds hier aan het wachten, zie ik. Hebben jullie een naam?"
"We hebben geen naam, Sorane. Het is lang geleden dat er nog levende wezens in deze basis geweest zijn."
"Zo te zien moet ik hier toch enkele dingetjes aanpassen," glimlacht ze.
Den kijkt ze weer naar de twee en vraagt:
"Anya, ik wil uitrusten, is er ergens een plaatsje vrij."
"Zeker, Sorane. Je oude vertrekken zijn nog steeds beschikbaar," antwoordt het halogram.
Als de twee haar willen voorgaan, zegt ze glimlachend:
"Hebben jullie geen andere taken, ik heb jullie voorlopig niet nodig."
De halogrammen blijven staan en verdwijnen dan plots.
Haar Hypsoon projecteert de weg naar de vertrekken van Anya in 3D. De roodharige kijkt er even naar.
Sorane haast zich door de gangen, geleid door haar Hypsoon naar de vroegere kamers van Anya. Als ze naar binnen stapt, blijft ze verrast staan. Verbaasd kijkt ze om zich heen en glimlacht als ze merkt hoe goed de robots hun programma uitgevoerd hebben. Alles is tiptop in orde, alsof het pas gisteren was, dat ze als Anya hier leefde.
-Kan je al nieuwe kleren vormen,- denkt Sorane.
Dadelijk worden nieuwe, in deze tijd passende, kleren gevormd. Langzaam loopt ze naar de slaapkamer toe en gaat voor de spiegel staan. Even bekijkt ze zichzelf en glimlacht als ze de cilinder aan haar zijde opmerkt.
-Hypsoon, laat alleen de normale dingen zichtbaar. Geen zichtbare wapens en zo,- denkt ze.
-In orde, Sorane,- antwoordt haar Hypsoon en even later ziet ze er als de normale Sorane uit.
Het model van de kledij haalde ze uit haar geheugen. De echte Sorane ging altijd zo gekleed.
"Gegevens van de datamodule beschikbaar in de centrale, klinkt de stem van Anya plots in haar hoofd.
Sorane kijkt op en denkt:
-Dat is snel.-
-Gegevens waren niet beveiligd, Sorane. Dus er is alleen een aanpassing van structuur uitgevoerd.-
Even later staat Sorane voor de beeldschermen naar de verschillende data te kijken.
De meeste dingen gaan over steekpenningen en omkooppraktijken. Maar dan valt haar iets op. De verbanden met elkaar en benoemingen van beambten. Die zijn allen op een of andere manier verbonden met de organisatie van Aqunok. Ook van de meesteres is er sprake. Maar wie dat is weet ze nog niet tot ze plots een naam ziet staan.
-Die naam… Jakira. Zou zij diegene zijn, die ze de meesteres noemen.-
Naarmate ze verder leest, wordt haar steeds meer duidelijk dat ze een machtovername plannen. De mannen en vrouwen van Aqunok, bezetten steeds belangrijker posten in het gehele land.
-Als deze gegevens kloppen dan staat er iets vreselijks te gebeuren,- denkt ze.
Nadenkend staart ze voor zich uit en probeert haar gedachten te ordenen.
"Nee, het is nog te vroeg om in te grijpen. Ik ben nog niet in mijn oude conditie. En Xan kan ik op het moment niet ter hulp roepen."
"Wat zegt u, Sorane?"
"Niets van belang, Anya. Ik was hardop aan het denken. Maar het word stilaan tijd dat ik terugkeer naar de stad. Er zijn daar een paar mensen, die mijn belangstelling opgewekt hebben. Anya, onderzoek intussen de verblijfplaatsen van mijn vroegere vrienden als Jakira," zegt ze.
"In orde, Sorane."
-Breng me naar Sorane's huis in het dorp, waarover je het had,- denkt ze bevelend.
Dadelijk is ze in een licht blauw gloed gewikkeld. Als het verdwijnt, staat ze in een ruim vertrek, met zetels en een lage tafel.
"Het is mooi ingericht," zegt ze.
"Hier zou ik ook wel willen wonen, alleen zal er wel niet veel van komen," zegt ze nadenkend.
Op dat moment concentreert Sorane zich en is plots verdwenen.
Buiten het dorp materialiseert ze en kijkt naar de gebouwen. Haar Hypsoon wijst haar op de 3D map de belangrijkste gebouwen aan. Het ziekenhuis, enz. Ze luistert aandachtig. Plots merkt ze dat het al tegen de morgen aanloopt.
"Het wordt tijd dat ik eens naar Sorane's huis in de stad weerkeer," zegt ze luidop.
Een paar seconden later materialiseert ze in het steegje, naast haar huis in de hoofdstad. Ze loopt naar de voorkant toe en ziet enkele agenten, die nog steeds met hun onderzoek bezig zijn. Dan merkt ze een detective op, die naast een auto een sigaret staat te roken. Plots voelt ze zich heel vreemd, het lijkt wel alsof ze die man al heel lang kent. Het is Deno Vordan, de geheimagent waar Sorane mee samen werkte en ook nog voor een vluggertje met hem in bed dook.
-Ik voel me al een tijdje niet erg lekker. Sorane zal… hm… ik zal toch niet zwanger zijn van… Nee, dat kan toch niet,- denkt ze verschrikt.
-Geen twijfel mogelijk, Sorane. Je bent zwanger van een tweeling.-
"Wat ben je zeker?", fluistert ze.
-Mijn sensors vangen hun levenstekens op.-
-Hoelang al. Ongeveer twee maanden.-
Nadenkend staart ze voor zich uit.
-Zwanger, dat komt nu op een zeer slecht moment. Ik moet het laten verwijderen. In deze toestand kan ik niet achter mijn kloon aangaan. En wie weet wat zij allemaal uitbroedt.-
Den richt ze haar blik op de agent en loopt langzaam op hem toe, nadat ze haar lichaam lichtjes veranderde. Ze heeft nu zwarte haren en een licht chinees uiterlijk.
"Wat is er gebeurt, agent Vordan?", vraagt ze.
De agent kijkt haar even aan en zegt:
"Wie.."
Sorane laat hem haar kenteken zien, dat haar Hypsoon voor haar uit vormenergie maakte.
"O, geheime dienst, zoals ik," lacht de agent.
"Ja, en…."
"We zijn nog niet veel wijzer. Er moet nog iemand in het huis geweest zijn, maar buiten afdrukken van Sorane Cobanon, de doden en de gevangene hebben we nog niets gevonden. Sorane kan er niet geweest zijn, want zij ligt in het lijkenhuis," antwoordt hij.
"Ben je daar zeker van. Volgens een agent waren haar afdrukken hoogstens een paar uur oud. Als ik het goed heb, moet zij toch al enkele dagen dood zijn."
"Wat zeg je…. Ik moet dat zeker weten !!!! Kom je mee…"
"Zeker," lacht Sorane en loopt om de wagen. De agent zit intussen achter het stuur en beiden rijden in de richting van het centrale gebouw van de geheime dienst.
"Mag ik je naam weten?"
'Ena Ros, Deno.'
'Een vreemde naam en je familienaam Ros.'
'Waar ik vandaan kom, Deno, hebben we allen een korte familienaam.', zegt Sorane, terwijl ze hem scant.Plots schrikt ze en fluistert even:
"Linda."
Maar Deno heeft het gehoord.
"Wie is dat???"
"Wie?"
"Linda…"
"O, een zeer oude vriendin, die ik al lange tijd niet meer gezien heb. Jij doet me aan haar denken.."
'sla hier eens af."
"Hier, waarom?"; merkt Deno op, terwijl hij afdraait.
"Ik wil eens gaan kijken in het ziekenhuis, waar het lijk van Sorane ligt.."
"Maar we."
"Ik wil zeker zijn dat het er nog steeds ligt."
"In orde. Jij je zin. Misschien geen slecht idee, dan hebben we zekerheid," glimlacht Deno.
Als ze een tijdje later aan de balie naar verantwoordelijke van het dodenhuisje vragen, reageert de assistente nogal vreemd.
"Er klopt iets niet," zegt Ena, terwijl ze zelf heel goed weet wat er gaande is.
Deno merkt de lichte spot in haar stem echter niet op en volgt de aangegeven weg. Sommige personeelsleden kijken hen met een terughoudende blik aan. Ena, die hun gedachten kan lezen, weet al dadelijk waarom en volgt Deno glimlachend. De twee dokters die voor het dodenhuisje verantwoordelijk zijn, zijn beiden op de hoogte gebracht van hun komst. Van hen komen ze te weten dat het lijk van Sorane gestolen is.
"Is er iemand iets gezien heeft?", vraagt Deno.
"Nee, alleen de assistente die het lijk klaar maakte voor onderzoek. Maar zij heeft heel veel fantasie."
"Laat haar halen. Ik wil met haar praten. Misschien steekt er toch een zekere waarheid is haar verhaal," zegt Ena.
"Je zult haar nooit geloven."
"Dat zien we wel, mag ik u vragen om te doen wat mijn collega vraagt."
De dokters kijken Deno aan, alsof hij even gek is als de assistente. Een van hen loopt naar de intercom en zegt, nadat hij op de knop drukte.
"Assistente Jouna Vaneron. U wordt verwacht in het kantoor van het dodenhuisje."
Een paar minuten later stapt een jonge vrouw binnen en schrikt als ze de twee agenten opmerkt.
"Jouna, wij zijn op zoek naar het lijk van Sorane. Ik wil weten wat je gezien hebt.
"Ik was met de voorbereidingen bezig, maar miste een paar producten. Toen ik terugkeerde, was het lijk van Sorane er niet meer."
"Heb je verder niet…."
Ena, weet je wat er echt gebeurde is, onderbreekt Deno.
"Ik zie aan je gezicht, dat je de waarheid niet vertelt, Jouna. Ik wil het hele verhaal horen."
Jouna kijkt Ena aan en aarzelt. Dan kijkt ze naar de dokters. Zij hebben haar verboden om haar, wat zij noemen, fantasietje, te vertellen. Ze mag alleen de officiële versie van het ziekenhuis geven. Maar die vreemde agente kijkt haar zo vreemd aan.
-Ik weet de waarheid, Jouna. Ook tot wat ze je verplichten. Maar ik wil dat je de waarheid zegt,- hoort ze een vreemde stem in haar hoofd.
Ze zoek naar een uitweg, maar kan er geen vinden.
"Assistente, komt er nog wat van," dringt Deno op dat moment aan.
-Assistente, dat klopt agent. Maar meer zal ik ook nooit worden. En ik zou zo graag dokteres worden, zoals mijn ouders wilden,- denkt ze.
-De waarheid, Jouna. Misschien kan ik je wel helpen.-
-Niemand kan dat, zeker niet als de leiding van het ziekenhuis, mij een negatief verslag geeft,- antwoordt ze onbewust in haar gedachten.
Even merkt ze dat de agente Ena glimlacht.
-Het lijkt wel alsof ze weet, wat er zich in haar hoofd omgaat. Zou zij, nee, dat kan toch niet,- denkt ze en kijkt weer naar Deno.
Ze ziet zijn streng gezicht en ze zucht. Dan begint ze het hele verhaal te vertellen. Aandachtig luistert Deno, maar Ena, houdt de gedachten van de twee dokters in het oog. Ze weet nu dat ze Jouna eens onder handen gaan nemen. Haar kans om ooit nog dokter te worden, heeft ze nu verkeken. De leiding heeft haar verboden om haar fantasie ooit nog aan iemand te vertellen.
"Dank je, Jouna. Zelfs als we het verhaal zo goed als niet kunnen geloven, is de waarheid nog altijd beter dan een leugen," zegt agent Vordan op dat moment, terwijl hij denkt.
-Is er wel iets van waar. Een lijk dat rechtstaat en gaat lopen. Haha… misschien heeft ze zelfs geld gekregen om het lijk te laten verdwijnen.-
Aandachtig met een glimlach kijkt hij de assistente aan, maar ze houdt stand onder zijn blik. Hierdoor geraakt hij verwart, want als ze loog zou hem nooit zo blijvend kunnen aankijken. En als het de waarheid, dan moet Sorane nog leven. Wat al even gek is. Hij heeft de wonden in haar borst gezien, toen ze op de tafel lag. Iemand met zo"n wonden kan niet meer leven.
"Deno, we weten genoeg. Of het klopt of niet, we hebben genoeg om ons onderzoek verder te zetten. Ooit zullen ze haar lichaam wel vinden," hoort hij Ena plots zeggen.
Hij kijkt haar aan en merkt de vreemde blik in haar ogen op.
"In orde, collega. Maar eerst moeten we toestemming krijgen," antwoordt hij.
"Ik denk jullie voor jullie medewerking," zegt Ena tegen de dokters en knikt nog even naar Jouna.
Dan volgt ze Deno de gang in. Plots blijft ze even staan.
"Deno, ga jij verder. Ik wil nog een ding weten."
"Ook goed. Ik wacht wel bij de wagen," glimlacht hij.
Ena haast zich naar het kantoor terug. Als ze binnenstapt, kijkt ze de twee mannen met een verontwaardigde blik aan. Jouna staat in het midden van de kamer met een licht bloedende lip, die ze met haar hand bedekt.
De dokters die met zijn rug naar haar staat, haalt juist uit voor een nieuwe klap. Maar hij houdt zich in, als hij de blik van zijn collega ziet. Op hetzelfde ogenblik kreunt hij van de pijn, die door zijn hand trekt. Een gedachte van Ena is genoeg om een hevige pijn te veroorzaken.
"Kom, Jouna. En jullie kunnen beter geen leugens meer vertellen, anders krijg je nog een harde krachtiger behandeling."
De assistente kijkt Ena verward aan. De agente stapt op haar toe en drukt een vinger even tegen de kleine wonde. Even is er een geelgroene gloed te zien en als Jouna naar de wonde tast is ze er niet meer. Ook haar wang heeft terug zijn normale kleur.
"Wat heb j." stamelt Jouna en werpt even een blik op de twee dokters.
Maar die zijn even verbaasd als zij zelf.
"Volg me, vanaf nu werk je voor mij," zegt Ena.
Bijna mechanisch volgt ze de agente. Maar ze lopen niet naar de uitgang, maar naar de behandelingskamer waar Sorane verdween.
Beide dokters blijven alleen achter.
"Heb je dat gezien. Het leek wel alsof ze de wonde aan de lip van Jouna genas, door ze aan te raken."
"Ik denk dat we beiden aan het dromen waren. Zoiets kan niet, dat weet je. En we kunnen beter zwijgen, anders verliezen we onze positie."
"Misschien wel, Obon. Maar ooit heb iets gelezen over die vreemde voorvallen. Ik moet dat eens opzoeken."
"Doe het maar als je het niet laten kunt, maar ik raadt je aan om er niets over te zeggen."
Intussen volgt de assistente Ena de kamer binnen. Ze botst bijna tegen haar op, want Ena is blijven staan, zodra de deur achter hen dichtschoof.
"Dit is voor u, Jouna."
Verbaasd kijkt de jonge vrouw naar het kleine Pentagon in de hand van de agente.
"Wat is dat voor…", vraagt en kijkt de agente aan, maar schrikt hevig.
De agente verandert voor haar ogen in Sorane.
'sorane. hoe." klinkt haar stem ontsteld.
"Neem het Pentagon aan, Jouna. Mijn groepje heeft ook een dokter nodig."
"Je groepje, dokter? Wat bedoel je? Ik zal nooit een dokteres worden."
"Toch wel, assistentje. Je hebt er de capaciteiten voor, dat weet ik."
Verbaasd kijkt ze Sorane aan.
"Dat meen je niet, Niemand zal mijn opleiding betalen, als ze mijn negatief verslag lezen."
"Denk dat ik mij daar iets van aantrekt, Jouna. Ik kan tot in het diepste punt van het ziel kijken, daardoor weet ik al je wensen en verwachtingen. Ik weet dat je ouders ontgoochelt zullen zijn, als je hen meedeelt dat je ontslagen bent. Maar als ze als ik ze ooit eens op je nieuwe werk op bezoek laat komen, zullen ze weer trots op hun dochter zijn."
"Mijn nieuw werk."
"Ja, of wil je niet, Dokter Vaneron. Maar voor je die titel mag dragen, zul je wel eerst goed moeten studeren. Maar ik weet dat je zult slagen."
"Dokter Vaneron. Dat meen je niet. He.."
Opnieuw schrikt Jouna als Sorane haar hand vastgrijpt. Op hetzelfde moment zijn ze verdwenen. In de flat van Jouna materialiseren ze.
De assistente wankelt naar een stoel toe en steunt erop.
"Wat was dat?"
"Teleportatie, meisje. Zo kon ik ook in het ziekenhuis verdwijnen, maar ik vergat toen dat ik geen kleren aan had," antwoordt Sorane lachend.
"Ik moet gaan, mijn "collega" wacht op mij. Breng je ouders een bezoekje. Ik kom je daar wel ophalen."
"Ik kan beter hier blijven, want wat moet ik tegen hen zeggen."
"De waarheid, Jouna. In mijn groep staat eerlijkheid en trouw vooraan op de lijst. Hier blijven kan je echter niet, want hier zullen ze je eerst zoeken."
"In orde, ik zal doen wat je zegt, maar het zal mijn ouders hun hart breken. Ze wilden zoveel voor mij."
"Vergeet niet om al wat je denkt nodig te hebben mee te nemen," zegt Sorane nog, voor ze in het niets oplost.
Even kijkt Jouna naar de plaats waar ze stond en begint dan een tas te zoeken.
Sorane materialiseert intussen in de gedaante van Ena in de tuin van het ziekenhuis. Dan loopt ze naar de straat toe en merkt al snel de wachtende agent, die tegen zijn wagen leunt, op.
"Hela, je lijkt wel te slapen," lacht ze als ze hem tot op een paar passen genaderd is.
"Dat heeft wel lang geduurd, Ena. Wat ben je nog te weten gekomen."
"Niet veel, maar ik heb wel de kleren, die Sorane aanhad gezien en de twee grote gaten erin. Die was wel zwaar getroffen," zegt ze ernstig, terwijl ze instapt.
"Dus besef je toch wel, dat ze nooit op eigen kracht het ziekenhuis verlaten kan hebben. Die assistente moet erachter zitten, of wel een van de dokters."
"Of Sorane is toch naar buiten gelopen," glimlacht Ena.
"Begin jij ook niet, collega," spot Deno en start de wagen.
"Wie weet, Deno," hoort hij haar nog zeggen en rijdt dan stilzwijgend weg. Een paar straten verder rijden ze juist voorbij een winkel. Plots ziet ze twee verdachte mannen voor een winkel en scant snel hun gedachten en hun omgeving. Die winkel is van de ouders van Rinar.
'stop, Deno. In die winkel is iets aan de hand," roept ze plots.
"Wat."
'stop."
De agent stopt de wagen en Ena is er al uit, voor hij kan reageren. Snel volgt hij haar, maar als hij in de winkel komt, schrikt hij. Ena staat links van hem kijkt naar enkele mannen, die naast een geknielde man en een vrouw staan. Een jong meisje van een jaar of achttien, wordt door een derde man vast gehouden. Haar kleren zijn gekleurd, waardoor haar lichaam voor een groot deel bloot is. De geknielde man en vrouw zijn zwaar geslagen, dat merkt Deno dadelijk, al weet hij niet wat er gaande is. Dan hoort hij Ena zeggen:
"Ik heb Rinar beloofd dat ik zijn familie zou beschermen. Verlaat de winkel of.."
"Of wat, vrouw. Jij bent alleen en wij.."
"Alleen en jullie met drie. Of durf je het alleen tegen weerlozen."
Deno kijkt met stijgende verbazing hun de agente met bliksemsnelle bewegingen haar tegenstanders steeds te vlug af is. Plots stuikt een van de drie in elkaar, nadat Ena hem een harde klap tegen de zijkant van zijn hoofd. Een van de twee anderen trekt plots zijn wapen, maar laat het even snel weer vallen, als Ena hem in het rondje gaatje van haar eigen wapen laat kijken. Ook de derde geeft het op en steekt zijn handen omhoog.
"Breng hen naar de wagen, Deno."
"In orde, Jakira. Ik laat hen wel afhalen."
"Ik help deze mensen even. Wacht even op mij."
"Okee, tot straks."
Terwijl Deno de drie naar buiten brengt, helpt Ena de zuster van Rinar, naar een kleine kamer.
"Trek die kapotte kleding snel uit."
"Hier, maar ik heb hier niets anders om.."
"Doe het maar, ik heb iets anders voor u, Viana."
Aarzelend trekt het meisje alles uit en probeert zich toch verlegen te bedekken. Ena kijkt haar glimlachend aan, terwijl ze een klein Pentagon aanreikt.
"Niet zo verlegen, Viana. Ik ben ook een vrouw."
Het meisje neemt het voorwerp aarzelend aan.
"Wat is dat voor een apparaatje."
"Druk het achteraan tegen je hals. Het zal dadelijk kleren vormen."
"Kleren, wat bedoel je?", schrikt Viana, terwijl ze het Pentagon tegen haar hals drukt.
Dadelijk voelt ze het veranderen en verschrikt kijkt ze in de spiegel. Ze heeft nu een heel mooie jurk aan, zelfs gemakkelijke schoenen. Als ze beiden terug in de woonkamer komen, zitten haar ouders aan de tafel. Ze weten echter niet wat te doen.
Een gedachtebevel laat Sorane's Hypsoon een overbrengersveld openen en aarzelend gaan de ouders en de zus van Rinar er doorheen naar de basis in de bergen. Taran 1 heeft hier dadelijk vertrekken ingericht, zodat ze niet weten dat ze in een ultramoderne basis aangekomen zijn.
Sorane scant intussen even de omgeving en glimlacht dan. Deno wacht ongeduldig op haar komst, maar voor wat zij van plan is, is de agent eerder een hinderpaal dan een hulp. Langzaam verandert ze in de gedaante van Deno en stapt door een ander overbrengersveld. Als Deno een paar minuten later ongeduldig komt kijken waar Ena blijft, is niemand meer in het huis aanwezig.
"Verdomme, Ena. Waar zit je?", fluistert hij.
Met snelle passen haast hij zich naar zijn wagen en ziet de politiecombi juist aankomen.
"Breng deze gevangenen naar het hoofdbureau, ik moet zo snel mogelijk weg."; zegt hij en rent naar zijn wagen.
Met piepende banden schiet zijn wagen vooruit en mengt zich in het drukke verkeer. Een paar minuten later stapt Deno het hoofdbureau binnen en haalt Serdon en zijn zus Gerna uit hun cel.
"Ze hebben hen op de plaats van de misdaad nodig om een paar dingen op te helderen," zegt Deno en verlaat met de gevangene het celblok.
Juist op het moment dat "Deno" met zijn gevangene het gebouw verlaat. Komt de wagen van de echte Deno met piepende remmen tot stilstand. Deno springt eruit en rent het gebouw binnen. Zijn collega's kijken hem verbaasd aan. Hij ging juist met een gevangene naar buiten.
"Jij ging toch juist met twee gevangenen naar buiten," zegt een verbaasde collega.
Deno snapt er niets van en kijkt de man aan. Dan rent hij opnieuw naar buiten. Maar van de gevangene is niets te zien. Als hij zijn collega radeloos aankijkt, merkt hij dat enkelen een wapen op hem gericht houden.
"Wat doen j.."
Een van zijn collega's wijst naar de overkant van de straat, waar een groot teeveescherm van de stad nieuwszender aan de muur hangt. Hij schrikt al hij zijn eigen portret ziet staan. Hij hoort de stem van een jonge verslaggever.
"….ordt gezocht wegens moord, die hij voor de ogen van de agente Erine Rand gepleegd heeft. Het vermoeden bestaat dat hij ook met de dood van zijn eigen collega's te maken heeft. Hij moet.."
Verder luister Deno niet meer, maar springt plots achteruit. Zijn collega's worden hierdoor verrast en enkelen wankelen achteruit. Deno rent dadelijk naar de hoek toe. Als de eerst kogels naar hem gevuurd worden, is hij al achter de hoek verdwenen. Vier mannen rennen achter hem aan, maar het is een drukke straat, waardoor ze niet kunnen schieten.
-Verdomme, nu krijg ik mijn eigen collega's ook al achter me aan,- denkt hij.
Even kijkt hij om zich heen en ziet plots een kans. Dadelijk wijkt hij naar links en bereikt de andere kant van de straat. Hier heeft hij een smalle gang opgemerkt. Als hij een paar meter in de gang is, bukt hij zich achter een paar vuilnisbakken. Zijn achtervolgers hebben het niet gemerkt en rennen voorbij. Deno zucht opgelucht, want hij zou niet graag op zijn eigen collega's schieten. Hij mengt zich opnieuw tussen de mensen en slaagt erin om in de richting van het centrum te verdwijnen.
Intussen materialiseert de andere Deno met beide verraste mensen, tussen de bomen op een paar kilometer van de stad. Serdon wankelt, verschrikt een paar passen van Deno vandaan. Ook Gerna kijkt de agent ontsteld aan.
"Wat was dat?? Hoe komen we hier," stamelt Serdon op dat moment.
"Teleportatie, Serdon," zegt de 'agent'.
Serdon hoort iets vreemds aan zijn stem en kijkt om. Hij schrikt hevig, als hij de man ziet veranderen in Sorane.
"He, hoe doe je dat???", Jij bent Sorane."
"Nee, Serdon. Ik ben nu Jakira. De echte Sorane is dood."
"J..ja, dat weet ik en daar heb ik nog steeds spijt van. Ik had moeten ingrijpen, maar ik had er de moed niet toe."
"Dat had alleen uw dood betekend, Serdon. Het was Sorane's lot om daar te sterven. Hierdoor kreeg ik een nieuwe kans om mijn taak verder te zetten."
"Zou Aqunok het geweten hebben?"
"Ja, Serdon. Ik denk het wel. Maar hij maakte misbruik van jou."
"Verdomme, als ik die in mijn handen krijg…."
"Dan zul je niets.. het gerecht zal hem wel veroordelen."
"Ja, het gerecht, als hij zich niet vrijkoopt."
'sorane, waarom?", vraagt Gerna, die een beetje uit haar verstarring ontwaakt.
"Dat is iets voor later. Er zijn belangrijker dingen dan Aqunok. We moeten hier weg," zegt ze en grijpt opnieuw één hand van beiden vast.
Maar als ze wil teleporteren, schrikt ze.
Ze hoort een zwak telepathisch hulp geroep van Gayna.
"Wacht hier," horen ze haar zeggen, terwijl ze hun handen loslaat.

 

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .