writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Biografie van een virus (deel 20: de geur van het ongewassen lichaam)

door fenk

Ze was zo ongrijpbaar als een droomflard tijdens het ontwaken. Hoe onnozel was ik niet geweest om te geloven dat ik dit meisje kon hanteren als een werktuig voor mijn plannen. Het was zij die de touwtjes in handen had, zij bepaalde de agenda. En ik werd aan het lijntje gehouden. Enerzijds maakte ze mijn hoofd ijl van verlangen door te pronken met haar jong meisjeslijf, maar anderzijds begreep ik uit haar laatste e-mail dat een ontmoeting nog niet direct voor de volgende dag was.
Toch probeerde ze me iets duidelijk te maken, maar ik had tot hiertoe gefaald om haar cryptische boodschappen te ontcijferen. Misschien had ze gelijk en las ik haar e-mails niet goed genoeg. Ze was de maan, bewoond door een Djinn, en op Pinkstermaandag zou ze zich laten benemen door het cyclische vuur. In vergelijking hiermee waren de bijbelse orakels van onze vroegere circusaalmoezenier nog helder te noemen. Allicht mailde ze nog met andere mannen en mocht een van hen haar berijden op 1 juni. Ik schrok er zelf van hoe mijn gezicht even verkrampte van jaloersheid.
Plots vroeg ik me af in welke stand de maan zich ging vertonen op Pinkstermaandag. Eigenlijk moest ik dat maar eens opzoeken.

11 mei, 14:45

Je ruiken, ik wil je eerst ruiken.

Maar ik wil wel jouw eigen geur waarnemen, geen parfum of zeep. Zelfs geen honingzeep, dat is voor later.
De dag dat ik je mag voelen, zal ik je ook wassen. Van je haren tot je voeten. In een bad, in de regen of in de rivier waarin ze je te vondeling gelegd hebben. Ik zal je grondig reinigen, tot op het bot, ik schrob je slangenvel eraf. Al je holtes zal ik spoelen. Tot in de diepste spelonken van je veeg lijf zal ik je wassen. Immers, ik geloof niet in deze zogezegde ongereptheid van je. Hoe dikwijls heb je je al niet laten bevlekken door een man? Hoeveel rendez-vousratten heb je niet reeds gelokt met je sprookjesmuziek? De plooien die onbereikbaar zijn voor mijn vingers, lik ik schoon met mijn lenige tong.

En daarna maak ik je terug smerig. Maar dan weet ik dat alle vuiligheid die op en in je zit, exclusief van mij komt. De bittere smaak van bedrog in je mond, de gescheurde flarden van onschuld om je lenden, het opgedroogde speeksel op je tepelhoven, de zieltogende zaadcellen tussen je dijen, maar vooral, het bloed van een onbekende dat tussen de groeven van je handpalmen kleeft.

Maar dat is voor later. Eerst wil ik je blind ruiken. Dan strijden we met gelijke wapens. Al heb ik er het raden naar in welke mate je blind bent. Ben je zo geboren? Heeft de zon je ogen verschroeid toen je in je mandje op de rivier dreef? Of heb je met je zicht moeten betalen in ruil voor de macht van de Djinn? Allicht heb je het gewoon verzonnen, meen je interessant te zijn als hulpeloos, blind meisje. Maar anderzijds, zijn we niet allemaal blind in zekere mate?

Ik smeek je om je vierentwintig uur tevoren niet te wassen. Ik wil de essentie van je lichaam opsnuiven. Zweet, kalk, urine, slijmen, korsten, haarwortels, niets mag me onthouden worden.

Als je niet liegt en echt door de Djinn bewoond bent, dan kan jij inderdaad mijn diepste verlangen vervullen. Ik weet dat de diensten van de Djinn niet gratis zijn. Maar geen prijs is me te hoog. Hij mag mijn ziel komen halen, ik wens hem er veel plezier mee.

Terwijl ik dit allemaal schrijf, besef ik dat het allemaal uitsloverij is om je aandacht niet te verliezen. Misschien moet ik je meer over mijn voorouders vertellen? Het verhaal over mijn geniale overgrootvader heeft je toch gesmaakt als ik me niet vergis? Maar ik scheur de 1001 bladen slechts een voor een uit mijn stamboomkronieken, zodat ik kan overleven bij gratie van jouw nieuwsgierigheid.

Ik was al tien jaar toen ik vernam dat mijn vader nog leefde. Ik woonde bij mijn grootmoeder. Ze vertelde veel over mijn moeder, ze beschreef haar als een beeldschone engel in de hemel, maar mijn vader zweeg ze dood. Ik leerde dat twee onderwerpen nooit aangesneden werden bij mijn grootmoeder. Het andere taboe was de buffetpiano in de hoek van de woonwagen, waarop nooit gespeeld werd en die volledig bedekt was door een tafelkleed.
Als kind vertoefde ik vele uren bij Molek del Ferro, de enige man ter wereld die met negen ballen kon jongleren. Ik was gebiologeerd door de schijnbaar Brownse beweging van de negen ballen in het hemelruim. De atmosfeer rond Molek was een microkosmos met eigen natuurwetten. Terwijl hij repeteerde, praatte hij met me. Van hem vernam ik dat mijn vader nog leefde. Ik reageerde met een mengeling van opwinding en ongeloof. Molek zei me dat mijn vader ooit op de circusaffiche stond als messenwerper. Volgens de jongleur was mijn vader bij leven een legende. Toen kwam de dag dat hij zijn laatste mes wierp en het circus verliet. Het was de dag dat mijn grootmoeder weduwe werd. Hier stopte Molek zijn verhaal, hij weigerde om verdere details te onthullen. Verder aandringen had geen zin.

Maandag 1 juni is de geschikte dag om af te spreken, mijn blind duivelskind. Dan is het volle maan, en vertel ik je de waarheid over mijn vader, de beste messenwerper die er ooit geweest is.

 

feedback van andere lezers

  • sproet
    hier kan ik van genieten, gewoon prachtig...

    liefs, trees

    ps: begrijp niet wat al die tekens zijn: Maar ik scheur de duizend en ...
    fenk: Bedankt.
    De tekens zijn intussen genormaliseerd.
  • aquaangel
    TERUG SMERIG wij zouden schrijven, WEER SMERIG toch leuk altijd weer die verschillen tussen twee buurlanden ;)

    dit smaakt heerlijk als een lenige tong..
    fenk: Eerlijk gezegd klinkt "weer smerig" beter. Misschien verander ik het. Bedankt.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .