writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

biografie van een virus (deel 27: eerwaarde pater)

door Vansion

Op de schouw stond ze, een vrouwtje zonder mannetje. Ze stond er niet eens als een beeldje, eerder als een lege amfoor. Horig, oorzaam, treurig, maar dan zoals dingen treurig zijn, even weerloos als mensen, maar fijner, hopelozer, volmaakt, af en onverschillig. Van op de schouw gedacht ze de smid, omdat de messenwerper haar had uitgedaagd. Ze sprong in haar eigen verwarring en herwon Babylon als haar eerste huis.

Het staat er nog, dat huis. In de Onafhankelijkheidsstraat.
Hoeveel dagen verbleef ze er? Dat staat niet in haar dossier.


woensdag 23 mei 2007 00:16u


Kan een meisje van zeventien zo ver gaan? Ja!

Misschien was het gewoon laat op de avond. Maar in mijn achtjarige oogjes was het nacht. Door een spleet in de groezelige gordijnen had de maan een streep over het bed geworpen. Ik lag erin met enkel nog een slipje aan. Hij had mij blijkbaar uitgekleed en te slapen gelegd.

We hokten one night op een vuile kamer boven 'De Dolle Mol'. Hij had me meegenomen naar theater Tone, naar de rue du Boucher en naar talloze kleurrijke steegjes en kroegen waar iedereen hem leek te kennen. Ik een klein dolend poesje, hij een grote zwerfkater die overal zijn weg kende, we leken wel een scheidbaar werkwoord, aaneenklittend in de infinitief van onze uitstapjes. Vervoegd was hij 'eerwaarde pater', was ik één van de zovele kostgangertjes van een saaie instelling voor verwaarloosde kinderen.

Hij zat op zijn knieën naast het grote bed, in zijn bloot bovenlijf, zijn handen gevouwen, zijn ogen wijd open.

Wat ben je aan het doen?
Ik bid.
Van soeur Michèle moet ik mijn oogjes dicht doen als ik bid.
Het is zonde je oogjes dicht te doen als God zich laat zien.
Kun jij God zien?
Nu wel.
Ik keek rond in de kamer. Maar God kreeg ik niet te zien.
Zonde? En word je dan gestraft?
Neen. Dan krijg je een nieuwe kans. Maar je wordt wel beloond met een wonder als je durft te kijken.
Met een wonder?
Ik was op slag klaarwakker.
Kun jij al een beetje kijken, meidje?
Ja, ja, natuurlijk.
Heb je mijn ogen al eens gezien?
Ja, al vaak.
Welke kleur hebben mijn ogen?
Ik wist het niet. Ik haalde mijn schoudertjes op.
Hij schoof een beetje op, tot hij in de focus van de maan kwam te zitten. Zijn silhouet liet zich omlijnen met een spookachtige gloed. Hij was mooi en dat zag ik voor de eerste keer.
Je hebt mijn ogen al wel honderd keer gezien, maar je hebt niet echt gekeken.
Ik bekeek zijn ogen. Ze waren diepblauw en ze straalden even nadrukkelijk en hevig als de maan die nacht.
Nu wéét ik het. Ze zijn blauw.
Doe eens je ogen dicht, meidje.
Ik deed mijn ogen dicht.
Kijk eens goed, wat zie je nu?
Ik zag zijn eigenste blauw, heel klaar en duidelijk.
Dat is het wonder. Wat je écht bekeken hebt, kun je blijven zien.
Heb jij écht God gezien?
Ja.
Ik geloof je niet.
Daarom kun je hem niet zien, meidje… Geloof je dat je God kunt voelen?
Ik geloofde het niet echt, maar ik geloofde hem wél. Ik knikte met hart en ziel.
Kom dan eens hier bij mij op je knietjes zitten. We gaan samen bidden tot we hem kunnen voelen.
Ik liet mij uit het bed glijden en ging op het tapijt mijn knieën zitten. Hij zette mij op zijn schoot, mijn voetjes langs zijn dijen. Ik deed mijn oogjes stijf dicht en vouwde mijn handjes voor mijn borst. Eerste warmde hij mijn teentjes en mijn zooltjes op; dan legde hij heel even zijn beide warme handen op mijn blote schoudertjes. Ten slotte vouwde hij zijn grote bidkastelen rond de mijne. Ik voelde zijn warme buik zachtjes op en neer gaan tegen mijn rug. Mijn poep werd heet. Misschien was het wel daarlangs dat God naar binnen kwam? Ik zonk weg in een diepe lagune. Zoals lava: op naar stolling. Ik voelde niets dan God en dommelde in slaap.

God is liefde.

Tot op vandaag kan ik zijn schitterende kijktuigen zien, als ik de mijne sluit. Ik blijf God voelen als ik aan hem denk. Het voelt al heel lang niet zalig meer. God is een andersomse messenwerper. Elk mes raakt mij voelbaar. Dat komt omdat ik niet meer in Hem geloof.

Wie gelooft, kan om het even wat zien. Wat je eens grondig gezien hebt, blijf je altijd zien, zelfs als je het niet meer gelooft. Het verschil tussen geloof en ongeloof is de pijn.

In de pijn zal ik je herkennen.


 

feedback van andere lezers

  • aquaangel
    oef'...! Mooi hoor.. Stil van

    zoals altijd met misbruik.... Misschien omdat het mij overkwam..

    Soms omdat het intrigeert.... Pas bij een therapeut durfde ik te bekennen
    dat het eerste gevoel fijn was...
    Zoiets behoor je niet te vinden...iets wat zwaar verboden is..

    Zo, heb wel weer genoeg onthuld
    x x

    Vansion: Tja... dit thema kwam ook in mijn vorige roman aan bod. Het houd mij bezig en daar is natuurlijk ook wel een reden voor.
    De vraag die ik mij stel is wanneer je kunt spreken van misbruik. In andere culturen (bv. de antiek Griekse) was pedofilie iets heel normaals. Bv. tussen leraar en leerling. Als het kind zich daarbij niet onprettig voelt, kun je dan van misbruik spreken?

    Weet het allemaal niet. Maar tracht het in perspectief voor te schotelen. Er wordt te vaak te zwart-wit gedacht...

    (denk ik)

    ((soms))
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .