writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Junkies, treinen en andere rottigheid (deel 2)

door jack

Ondertussen was de overkant van het plein bereikt. Ik wandelde richting centrum en nam de straat tegenover het oude stationsgebouw. Zoals altijd ging ik eerst linea recta op mijn doel af: het kerkhof. Daar bevindt zich namelijk een dierbare overledene: een muzikant die ik regelmatig bezoek uit schuldgevoel, omdat hij zijn pijnlijke adolescentie niet overleefde en ik wel, net dankzij zijn trieste en voor mij destijds erg herkenbare liedjes. De lange straat naar het kerkhof is grijs en somber en geplaveid met ouderwetse kasseien. In die zin vormt ze de perfecte toegangsweg, een stemmige prelude als het ware. Van ver zie je de oude muren met in het midden een prachtige vervallen smeedijzeren poort. Het kerhof zelf ligt in de schaduw van vele majestueuze oude bomen waar een enorme rust van afstraalt. Helemaal links zie je het houten kruis van mijn muzikant zich scherp aftekenen tegen de op die plaats ooit wit geschilderde muur. Ik liep het pad van rood grint af en stond er in geen tijd oog in oog mee. Niets veranderd. Zoals altijd lagen er briefjes, stenen en sigarettepeuken tussen de beplanting. Dit keer was er blijkbaar ook een grapjas geweest die godbetert schelpjes had neergelegd. Deze dode jongen heeft een trouw leger van aanbidders, dat zie je. Ik ging zitten, stak een sigaret op en begon in mijn jaszakken te zoeken naar een briefje dat ik voor de gelegenheid had opgesteld. Toen ik het eindelijk had gevonden las ik het nog eens na en deponeerde het vervolgens tussen de takken van het kleine boompje dat het zicht op het kruis grotendeels belemmert als je neerzit, zoals ik meestal doe. Dikwijls stop ik zo'n briefjes ook tussen een van de spleten in het houten kruis, een beetje zoals men doet bij de alombekende klaagmuur. Daarna krabbelde ik recht, fluisterde plots erg zelfbewust een beschaamde groet en wandelde weg. Ik vond het elke keer weer pijnlijk om dit kerkhof te verlaten maar troostte mezelf met de gedachte dat het dit keer maar voor even was en zette er meteen stevig de pas in. Niet langs het stadspark dit keer, maar gewoon de kortste - of meer bepaald de snelste - weg. Nog meer smalle straten met kleine doch op een mijnarbeidersmanier charmante rijhuisjes, een tocht die ik ooit samen met de weduwe van mijn muzikant ondernam. Toen wandelden we naar het stadhuis, waar ze me de zaal toonde waar ze indertijd trouwden. Op een boogscheut van dit stadhuis bevond zich de bloemenwinkel.
De bloemist is een akelig vriendelijke man waar ik me erg ongemakkelijk bij voel omdat ik steeds het gevoel krijg dat hij mijn diepste gedachten kan lezen. Ik ben van nature geen vrolijk mens en ik denk dat hij dat hoogst verdacht vindt, hoewel hij zulks nooit laat merken. De eerste keer dat ik zijn winkel betrad was in het jaar negentienhonderd-negenennegentig en ik had er een op zijn minst gezegd bewogen treinrit opzitten. In die tijd was ik een verwarde puber die het leven niet zo rooskleurig inzag, eigenlijk liever nooit geboren was geweest en een beetje troost zocht bij het graf van iemand door wie mijn op dat moment kwetsbare geest zich begrepen voelde. Het was bijlange niet de eerste keer dat ik deze reis maakte, maar dit keer werd ze abrupt onderbroken toen ik op nog geen kilometer van mijn bestemming was. Ik zat in de eerste wagon en zag in de verte iemand langs de kant staan maar sloeg daar in al mijn zelfmedelijden geen acht op, tot op een bepaald moment de treinbestuurder als een gek begon te claxonneren en te remmen. Vonken sprongen van de wielen en ik vreesde dat we van de smalle brug zouden kantelen,die we net overstaken. Het leek of er een motorfiets of iets gelijkaardigs onder de trein was terechtgekomen, zo hard daverde het. Het menselijk geraamte is blijkbaar stugger dan ik voor mogelijk had gehouden tot die dag. Na wat wel tien minuten leek, stonden we eindelijk stil en kwam een aangeslagen bestuurder uit zijn cabine gestommeld. Mensen begonnen druk door elkaar te praten maar ik hoorde niet veel meer. We moesten uitstappen en wachten op een andere trein die ons zou komen halen. Bij het uitstappen kon ik het natuurlijk niet nalaten naar links te kijken, naar de weg die we hadden afgelegd en zo'n tweehonderd meter terug lag er inderdaad een en ander op de sporen. Ik wou dichterbij gaan kijken, niet uit sensatielust maar uit diep medelijden. Wel vijf keer hoorde ik de bestuurder zeggen "Hij probeerde zich op het laatst nog terug te trekken". Het moet een jongen geweest zijn van een jaar of zestien maar de daaropvolgende dagen vond ik hier hoegenaamd niets over in de kranten. Ambulanciers wilden hun handen niet vuilmaken, dit was werk voor de brandweer, wat me erg verontwaardigde. En ook daar was er weer een overbehulpzame autochtoon die vroeg waar ik naartoe moest, hij zou me wel even brengen. Zijn uitdrukking viel even uit de plooi toen ik zei "Het kerkhof, meneer. Ik ga liever te voet.". Hij vroeg me nog of ik dat nu kon begrijpen, waarom iemand zoiets zou doen. "Een normaal mens probeert toch zo lang mogelijk te leven", zei hij en ik was niet in staat er een zowel voor hem als voor mij begrijpelijk antwoord op te formuleren gezien mijn eigen nogal wanhopige geestestoestand. Ik was dus geen "normaal mens", volgens deze jan-mijn-kloten. Nu raakt zoiets mij niet meer, ik moet er hoogstens eens hard om lachen, maar toen sloeg het in als een bom. Eindelijk aangekomen in het station belde ik naar mijn toenmalige vriendje maar ik besefte al gauw dat ik daar geen steun moest zoeken. Het was het soort zielepoot dat alles graag op zichzelf betrok en dus moest ik een hele klaagzang aanhoren over hoe bezorgd hij wel om me was en hoe hij wel in zijn zeteltje zou zitten beven tot hij me weer veilig in zijn armen zou kunnen sluiten. Waarop ik meteen besloot die dag nog wat langer dan gepland weg te blijven. Om mijn door schuldgevoel moegetergde geweten in evenwicht te houden, moet ik hier bijvertellen dat die jongen een geweldig gevoel voor humor had en een moeder uit de duizend. Rita heette ze, ze maakte de lekkerste spaghetti ooit en ze was ook op alle andere vlakken veel te goed voor deze ellendige aardkloot die wij wereld noemen.
En dus ging ik rustig wat rondwandelen, op zoek naar een bloemetje. Toen kwam ik voor het eerst bij die manische bloemist die maar grapjes bleef maken terwijl ik er als verdoofd bijstond. Het was tegelijk geruststellend omdat ik blij was met wat normaal menselijk contact, maar ook verontrustend omdat het me allemaal zo onwezenlijk en onecht overkwam. Het leek me overduidelijk dat die man mijn gedrag vreemd vond, maar het kan ook mijn overgestimuleerde verbeelding geweest zijn die me parten heeft gespeeld. Hoedanook voel ik me sindsdien telkens erg ongemakkelijk, daar.

Maar goed, ook deze keer doorstond ik het ongetwijfeld goedbedoelde gegrap. Ik overwoog om nog iets te eten te halen maar ik twijfelde omdat ik bloemen bijhad, en me bijgevolg steeds inbeeldde dat mensen naar me staarden en zich afvroegen voor wie die bloemen zouden kunnen zijn. Zouden ze weten van mijn duistere plannen of me stiekem uitlachen? Bovendien is het nogal onpraktisch om met bloemen in de hand verder te winkelen, laat staan te eten, vooral voor iemand die sowieso al beschroomd is om in het openbaar te eten, er moest zo maar eens een kruimel of andere viezigheid blijven hangen op een gênante plaats, o ramp.

 

feedback van andere lezers

  • tessy
    Graag gelezen, ben nieuwsgierig naar het vervolg.

    (Nog even terugkomen op commentaar bij, Hanna, zo verdorven was ik niet in mijn jeugd hoor, ik wilde maar zeggen dat ik ook altijd naar een winkel ging waar een knappe jongeling werkte.
    Maar ik was al dolgelukkig als hij eens naar me glimlachte, aan iets meer durfde ik zelfs niet dènken. ;-)
    jack: Hahaha, ik dacht wel dat je het zo bedoelde hoor...!
    Bedankt voor het lezen!
  • Mistaker
    Gers!
    Is 'hoe dan ook' niet 3 woorden?

    Groet,
    Greta
    jack: Hmmm, ik dacht het niet maar ga het toch maar eens opzoeken. Bedankt!
  • mephistopheles
    Ik heb een hekel aan het kerkhof. Heb een aantal dierbaren verloren maar ik ga nooit naar hte graf. Voor mij is dat niets meer dan ne steen met een stom kruis op. Ik heb mijn herinneringen. Die zijn meer waard.

    'Ik was dus geen normaal mens volgens deze jan-mijn-kloten. Dat gevoel ken ik. Zowat iedereen die me kent zegt dat ik gek ben. Onzin natuurlijk, ik ben de normaliteit zelve. Het is de rest van de wereld die gek is.
    Spaghetti eet ik ook graag.

    Met plezier gelezen, miss Jack (jaja het begint door te dringen)
    jack: SSSSSsssssssssssssst, mijn geheime identiteit niet verraden!!!
    Ik hou van de rust van kerkhoven, vooral van die oude mooie kerkhoven met bomen enz enz. Doden vallen je niet lastig, snapje. Uiteraard zijn herinneringen veel meer waard dan een graf. Het graf van mijn allergeliefdste (?) geliefde hebk zelfs nog nooit bezocht omdat de betekenisloosheid ervan me tegen de borst stuit.

    Die Rita maakte spaghettisaus met stukjes zwan-worstjes erin; moet u zeker 'ns proberen!

    Hehehe, ondertussen heb ik ook allang beseft dat ik een van de weinige normale mensen op de wereld ben hoor ;)

    Dank voor het - ik zou bijna durven zeggen: trouwe - lezen !
  • henny
    Heel beeldend geschreven. Ik wilde dat ik dat kon.
    Even een tip: zet voor want en maar altijd een komma, want het zijn koppewoorden.
    jack: Ik heb soms het gevoel dat er een komma teveel staat als k er een zet. Teveel komma's vind ik namelijk storend. Maar is dat echt zo? Juist is juist (en ik haat onjuist), dus ik pas dat aan. Bedankt voor de tip!
  • Magdalena
    doordringend geschreven

    Ik verblijf ook doodgraag op kerkhoven. Ooit kreeg ik soms zomaar ongecontroleerde huibuien in het openbaar. Op een kerkhof kun je dan snel voor een graf knielen en niemand die je abnormaal vindt. Kwestie van de omstandigheden een beetje aanpassen aan je eigen zogezegde abnormaliteit.
    jack: Inderdaad, je kan er zonder problemen je eigen trieste zelf zijn. En er hangt een rust die je nergens anders vindt. verzacht de angst ik ik soms voel voor de dood.
  • KapiteinSeBBos
    ik kijk al uit naar het vervolg...

    dikke knuffels,
    xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
    jack: Hihi, het vervolg staat klaar... hou u vooral niet in... :D
  • koyaanisqatsi
    Sober, (ietwat) somber, mooie omschrijvingen... M.a.w. dit wordt weer tijd uittrekken om verder te lezen. :-)

    jack: Hehe, somber is het zeker en dat wordt alleen nog maar erger. Sober, dat weet ik zo niet. Ik hou van soberheid maar slaag er niet zo goed in ...
    In elk geval, dank voor het lezen!
  • manono
    Ik begin er in te komen.
    jack: o jee
    ben je een leesmarathon begonnen?
    In elk geval bedankt voor je tijd!
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .