writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Ontmoeting

door RudolfPaul

Ja, zie je, ik ben nu eenmaal iemand die van aanpakken houdt, en niet van zeuren over wat gebeurd is. Niet zitten tobben, gewoon de handen uit de mouwen steken en aanpakken, alles vergeten. Niet achteromkijken.
Toen mijn vrouw en mijn twee dochters ervandoor gingen met die gozer die zei tonnen geld te hebben gewonnen in het casino, ging ik er gewoon nog harder tegenaan. Mijn meubelmakerij, m'n lust en m'n leven. Mijn eenmansbedrijfje, waar van die ouderwets degelijke bureaus en ladenkasten uitrolden alsof ik vijf vaklieden in dienst had. Wat kon ik anders? Mijn dochters waren op die leeftijd dat ze zelf mochten beslissen of ze bij mijn vrouw of bij mij wilden wonen - vijftien en zestien waren ze.
Meer dan vijf jaar zag ik mijn vrouw en kinderen niet. Ik dacht haast nooit meer aan ze. Ze woonden tachtig kilometer verderop in een rijke villawijk van de stad waar die gokgozer bezig was z'n familiekapitaal erdoor te draaien. Dat hoorde ik via via. Ze deden maar, het zou mij een dooie rotzorg zijn. Op een dag kreeg ik een telefoontje uit die stad. Ik moest ogenblikkelijk naar het ziekenhuis komen. Een van mijn dochters, het was me niet duidelijk wie, lag daar in coma. Ik sloot de werkplaats en ging erheen. Ik was de naam vergeten van de juffrouw bij wie ik me moest melden, dus liep ik door naar de afdeling intensive care.
Op een bank schuin tegenover de kamer waar ik wezen moest, zat een dikke vrouw die me toeknikte toen ik langs haar liep. Ze wees naar binnen. Naast het ziekbed met al die vreselijke apparatuur eromheen stond een scharminkel van een meisje, een spook, een levend geraamte - zo iemand die ik vroeger wel eens op foto's van Bergen Belsen had gezien. Ze keek me met holle, vijandige ogen aan. In het bed zag ik eerst niets. Maar toen ik dichterbij kwam zag ik een soort doodskop weggezonken in het kussen. Dit moest mijn dochter zijn, de jongste, Marjan. Als niet haar naam op een kaartje op het voeteneind van het bed had gestaan, had ik het niet geloofd. Haar ogen waren gesloten. Hoe was het zover gekomen? Drugs?
Ik wilde het spookachtig wezen dat nog steeds naast het bed stond wegjagen. Als Marjan plotseling haar ogen open zou doen, zou ze dat angstaanjagende schepsel zien en zich misschien doodschrikken.
"Ga hier weg," beet ik haar toe. "Je hebt hier niks te zoeken. Ga naar je eigen kamer of afdeling." Ik vond dat ernstig zieken niet bij andere zieken op bezoek moesten komen. Dat kind leed vast zelf aan iets heel ernstigs.
Ze keek me verschrikt aan. Door de open deur keek ze naar dat moddervette mens dat net met veel moeite overeind kwam.
"Appie," fluisterde de vrouw.
Appie? Zo had niemand me sinds de lagere school genoemd. Albert heet ik. Alleen m'n vrouw had in het begin van ons huwelijk nog wel eens Appie tegen me gezegd. Appie? Had dit mens dan bij me op school gezeten? Toen herkende ik haar. M'n ex-vrouw. Jezuschristusopeenbakfiets. Ongelooflijk. Dit afzichtelijke, volgevreten, moddervette varken dat zich log voortbewoog, dit monsterlijke... Sprakeloos keken we elkaar aan. Toen ik opzij keek naar het uitgemergelde schepsel dat me hologig aankeek, herkende ik ineens mijn oudste dochter Marijke. Wat was hier gebeurd?
Het werd me allemaal verteld. Mijn vrouw, die nu maar liefst 175 kilo woog, had zich vijf jaar lang volgevreten aan chocoladetaarten en kersenvlaaien. Ze was bezig zich dood te eten. Mijn twee dochters leden aan een andere eetstoornis. Ze wogen nog maar nauwelijks 28 kilo. Verslaafd aan laxeerpillen. Slikten er soms zeventig op een dag. De jongste was buiten bewustzijn geraakt. De oudste kon nauwelijks op haar benen staan.
Wat kon ik doen? Ik bood aan om in de werkplaats een speciale, extra smalle doodskist te maken voor als Marjan er straks geweest zou zijn. Dat kon niet lang meer duren. En een voor Marijke. Zo'n gewone kist met slechts een paar van die rammelende botten erin, dat was toch niks. Als je zo'n kind opvouwde kon je het begraven in een aardappelkistje. De planken die ik uitspaarde kon ik dan weer gebruiken om een extra brede, buitenmaatse kist te maken voor mijn vrouw.
Verder kon ik niks voor ze doen, het speet me.

 

feedback van andere lezers

  • hettie35
    Triest verhaal,
    groetjes Hettie
  • Dora
    Mij spijt het ook...
    wat een triest en machteloos verhaal,
    het zou maar zo kunnen kloppen, gezien de emotionele armte
    dat is de vreselijk leerzame moraal van te weinig echte warmte.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .