writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

't Lijkt wel of het gisteren was 6

door GoNo2



Ik schrik, kijk naar de deur. Verdomme, ik mag veranderen in een worst als daar niet iemand staat. Een silhouet tekent zich af in het deurgat. Een vent, gekleed als visser, met zuidwester en plastic beschermkledij. Hij strekt z'n arm in m'n richting. Wenkt me met z'n hand. Het lijkt wel een krabschaar. Ik denk er niet over om naar die vent te gaan…
De man komt dichter en dichter. Stap voor stap. Het angstzweet breekt me uit. Ik krimp ineen. Sluit m'n ogen, maar voel hoe de man nu aan m'n slaapkooi staat. Ik kan z'n adem horen. Een reutelende adem. Ik voel hoe de man met z'n hand op m'n borst drukt. Ik snak naar adem, ik wil niet sterven. Sterven is voor ouden van dagen, niet voor iemand van vijftien…
Ik spartel als een vis op het droge. M'n overlevingsinstinct haalt de bovenhand. Ik open m'n ogen, zie pal in een gezicht dat ik ken. Het is verdorie m'n bloedeigen vader. M'n God, denk ik, m'n demon is terug. Samen met m'n nachtmerries. Dat heb je als je al dagen geen medicatie meer neemt…
Ik gil het uit, laat me gerust, ga weg, ik heb je niets misdaan. M"n vader laat een demonische lach horen. Droom ik nu ? Toch lijkt het allemaal levensecht. Is dat m'n moeder die plots naast hem staat? Help me, mammie, help me, smeek ik haar. Ze lacht al even demonisch als m'n vader…
Ik geef het op, waarom nog vechten, 't heeft geen zin. Ze hebben me gemaakt, nu komen ze me terug halen. De druk op m'n borstkas wordt immens, ik val in een diepe zwarte put. Is dat het einde? Vallen en blijven vallen? Ik zie gezichten passeren tijdens m'n val. Bekende en onbekende. Mooie gezichten en verwrongen gezichten. Het goede en het kwade verenigd in een vrije val. Ik schiet wakker, kijk schichtig om me heen. Ben niet alleen nat van de regen, maar nu ook van het zweet. Angstzweet…

De deur is gewoonweg opengezwaaid door de hevige wind. Ik sta recht, stoot m'n hoofd tegen de rand van de kooi. Met als gevolg een stevige buil op m'n voorhoofd. Maar ik leef nog en dat is 't voornaamste. Strompelend als een oude vent van meer dan honderd jaar, baan ik me een weg door het vuilnis. Ik sluit de deur. Schuif er een oude versleten strandstoel tegen. Of het veel zal helpen, betwijfel ik. Ik steek een sigaret op, er zitten nog welgeteld zes sigaretten in m'n pakje. Heb ik dan zoveel gerookt, vraag ik me af. Morgen sigaretten kopen, als ik een winkel tenminste vind. Ik kan maar beter terug autostop doen, lijkt me een pak vlugger te gaan, me dunkt…

Ik besluit wakker te blijven, ik wil ten koste van alles vermijden om vader en moeder terug te zien. En al zeker niet in één of andere nachtmerrie. Zouden er nachtveulens bestaan? Of nachthengsten? En waarom is een merrie gekoppeld aan angstdromen? Die dat uitgevonden heeft moet een echte vrouwenhater geweest zijn, 't kan bijna niet anders.
Overpeinzingen die me geen stap dichter bij m'n doel brengen…

Op de één of andere manier moet ik toch in slaap gesukkeld zijn. Ik kan me niet herinneren waarvan ik gedroomd heb. Maar de zon schijnt en de boze wereld ziet er totaal anders uit. De meeuwen krijsen op het dak van de stuurhut. Die verdomde meeuwen die alles onderschijten. Samen met hun vrienden, de alom tegenwoordige rotduiven. Ik haat ze. 't Zijn schepsels uitgevonden door Satan. Gemaakt om de mensen van goede wil te kloten. Liefst van op grote hoogte, dan in duikvlucht hun lading drek op mij deponeren. 't Is me al verscheidene keren overkomen. Ik denk nog altijd dat die opgeleid zijn door de Duitsers. Die kenden ook wat van bombarderen. Was dat misschien de geheime wapens waarover ze beschikten? Duiven en meeuwen? Dat verklaart waarom we de oorlog verloren hebben toen de Duitsers hier binnen vielen. Met duiven-en meeuwenpoep in je ogen zie je niet hoe je moet schieten hé? Je krijgt het zo moeilijk uit je ogen, laat staan uit je kleren. Op de koop toe stinkt het nog ook. En ik die dacht dat chemische wapens verboden waren…

Ik moet op stap gaan, de klammigheid uit m'n kleren laten halen door de zon. Ik kijk op m'n klok. Tien over negen. Denk plotseling aan 't gesticht…

Wat zouden ze aan 't doen zijn? 't Is vrijdag, dus alles moet gekuist worden. Te beginnen met de slaapzaal. Ramen en deuren poetsen. Daarna de tegelvloer, die moet eerst geschrobd worden met bruine zeep. Sommigen noemen het ook groene zeep. Je hebt het in verschillende kleuren, vandaar hé. De pater van dienst, meestal pater Leo, tokkelt met z'n sleutelbos op het tafeltje. Schrobben op de maat van z'n getokkel. Twee schrobbers, elk langs een kant. Je moet niet bang zijn dat je schuurborstel zal bijten, roept hij als we even op adem willen komen. Is het nog voor vandaag? Of moet ik komen helpen? Bijna zei ik " ja, kom maar helpen met je dikke pens…", maar ik slikte m'n goedbedoelde woorden netjes in. Pater Leo behoorde tot de categorie van de losse handjes. En z'n sleutelbos was een geducht wapen. Ik heb er eens een tik van gekregen en liep daarna veertien dagen rond met schele koppijn. De kleine Armand, die het ongeluk had om ook nog in z'n bed te plassen, kreeg zo eens die sleutelbos tegen z'n kop gegooid. Het manneke was een echte babbeltuit, die taterde een hele dag door. Maar op de kuisdag mocht men niet babbelen, doorwerken was de boodschap. Dus de klap kwam hard aan. Z'n linkeroor hing er nog maar half aan. Het bloed stroomde over z'n kledij. Bij het zien en voelen van z'n eigen bloed viel Armand flauw. Bonk, recht op de emmer met zeepsop. Pater Leo verschoot er zelf van. Eventjes was er paniek, zou Armand dood zijn? Pater Leo heeft Armand naar de infirmerie gedragen, na ons eerst verwittigd te hebben dat de slaapzaal piekfijn in orde moest zijn tegen dat hij terug kwam. Het was verboden om kinderen alleen achter te laten. Er moest altijd een begeleider zijn. Maar nood breekt wet. Ze zijn met kleine Armand naar het ziekenhuis gereden. Daar hebben ze z'n oor terug aangenaaid. Z'n kop was verpakt in windels, precies een halve mummie. Kleine Armand beweerde, nadat hij genezen was, dat hij langs één kant doof was. Ze hebben hem toen getest op z'n doofheid. Inderdaad, hij hoorde geweldig slecht langs die ene kant. Het gevolg van die klap met die sleutelbos. Iedereen wist het, maar niemand sprak erover. Armand is nog een goeie twee maanden bij ons geweest. Op een mooie zomerdag, ergens in juli, moest hij meekomen met de sociale assistente . Mevrouw Clara had een pleeggezin gevonden voor kleine Armand. De jongen kon z'n geluk niet op, hij was eindelijk verlost van de tirannie van die paters en nonnen. Hij kwam afscheid nemen met tranen in de ogen. Emotioneel afscheid. Het deed ons wel iets, ooit zouden wij ook aan de beurt zijn. Naar waar ga je, vroeg ik hem. Naar een boerderij in Eeklo. Een boerderij? Wat ging kleine Armand daar doen? Stalknecht spelen? Het jongetje was amper een meter groot. Later heb ik hem, geheel toevallig terug gezien in Eeklo. Hij kende me nog. Op de vraag hoe het hem vergaan was, was het antwoord kort en bondig: goed hé. Vertel, zei ik…
Na twee jaar hebben ze me geadopteerd. Ik heette vanaf toen Armand Verrijcken. Enkele jaren geleden is m'n vader, m'n adoptievader bedoel ik, overleden. M'n moeder is hen na enkele maanden gevolgd. Ik heb de hele boerderij geërfd. Heb toen een boerendochter leren kennen, die ook uit een gesticht kwam. Het klikte meteen tussen ons. We zijn getrouwd en hebben nu zelf twee kinderen. Een flinke zoon en een flinke dochter. Weet je wat het toppunt is? nee, dat weet ik dus niet, zeg ik hem. M'n zoon heeft in z'n bed geplast tot z'n twaalf jaar. Zoals ik dus…Ik zie dat hij terug denkt aan de tijd bij de paters. Ik ook. Ik hoor hem zeggen dat ik eens moet langs komen. Hij geeft me z'n visitekaartje. Een boer met een visitekaartje, dat zie je ook niet alle dagen. Ik beloof hem plechtig dat ik zal langs komen. Een belofte die ik nooit gehouden heb. Uit het oog, uit het hart hé?

Ik schud me als een hond. Werp de klammigheid als het ware van me af. De zon straalt heerlijk. Er staat een zacht briesje dat door m'n haren speelt. Ik ben vijftien en bewandel de volgende etappe in m'n leven. Ik ga autostop doen. Ik sta een kwartier te liften en er stopt al een auto. Ik ga naar Knokke-Heist, ik kan je zover wel meenemen, zegt de chauffeur vriendelijk. Knokke-Heist, da's de goeie richting. Kunnen we ergens stoppen om sigaretten te kopen en iets om te drinken. Vraag ik hem beleefd. Drinken kun je nu al, er staat een koelbox op de achterbank, zegt de man. Z'n hond, die ik nog niet opgemerkt had, grolt naar mij. Verdedigt het bezit van z'n baasje. Koest, Napoleon, koest, zeg ik.
Of de hond heette helemaal geen Napoleon of het beest was stokdoof. Maar hij bleef grollen en toonde z'n tanden. Wacht even, zei de man, ik zal eventjes stoppen, ik moet toch plassen en Napoleon ook. We stoppen op de parking van een baancafé. Zijn we nu al in België of niet, vroeg ik me af. Ik blijf wachten aan de wagen. Ga maar mee, we gaan iets drinken in 't café. En doe alstublieft die vuile jas uit, je stinkt uren in de wind. Ik doe wat me gezegd wordt. De man steekt de jas in de koffer van de wagen. Ik was me er niet van bewust dat het zo erg was. Zonder spiegel weet een mens niet hoe hij erop korte tijd verwilderd kan uit zien. We zetten ons op het terras. De hond Napoleon ligt aan de voeten van z'n baas. De ober komt langs, vraagt wat de heren wensen. Een koffietje en voor jou? Ik vraag een cola. De hond krijgt een bakje water. Zomaar, hoeft niet eens betaald te worden. In Antwerpen durven ze soms een euro vragen voor een bakje water. Je moet maar durven hé? Ja maar, 't is zuiver water van Spa Reine. M'n kat, denk ik dan, zuiver water van 't kraantje. Ja toch? M'n plan om naar Frankrijk uit te wijken neemt een goede wending. Als ik nog veel geluk heb, ben ik er in twee dagen. Min of meer toch.
Ik zit te genieten van de zon met een frisse cola. Het is nu ongeveer elf uur. Ik voel dat de man mij af en toe bekijkt. Ik krijg er de kriebels van, wantrouwig als ik ben. Zet toch even je zorgen aan de kant, geniet zolang het nog duurt. Niet iedere mens heeft slechte bedoelingen. Gemakkelijker gezegd dan gedaan hé? Binnen een halfuurtje zijn we in Knokke, daar scheiden onze wegen, hoor ik de man zeggen. Ja, in ieder geval bedankt voor de lift. De man kijkt me weer aan, lacht geruststellend naar mij. Vriendelijke heer, ze moesten allemaal zo zijn…

We rijden Knokke binnen. De man weet er blijkbaar z'n weg. We passeren het stationnetje van Knokke -Heist. Hij draait een straat in. We stoppen eventjes, rijden dan een poort door. De poort sluit zich achter ons. We zijn er, zegt de man nog altijd even vriendelijk. Stap maar uit. Ik ben blij dat ik m'n benen kan strekken. Napoleon grolt niet meer naar mij. Een pak van m'n hart. Er komen twee heren in uniform naar mij. Rijkswachters. Verdomme, ik zit in het hol van de leeuw…

©GoNo

 

feedback van andere lezers

  • ivo
    het leven zoals het is, zo erg dat het is, zo voorspelbaar is wat gebeurde en gebeurd - de macht en de onmacht samen in een verhaal, mooi om lezen.
    GoNo2: Dank u!
  • dorus
    knap!
    GoNo2: Dank u!
  • andremoortgat
    GoNo2 lezen en 't is "Dies Solis "
    (Dag van de Zon)
    GoNo2: Dank u!
  • catharina
    Zozo, ik las ze allemaal netjes na elkaar en ben helemaal mee voor de volgende etappe :)
    GoNo2: Bedankt voor het lezen hé
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 8

Uitstekend: 4 stem(men), 100%
Goed: 0 stem(men), 0%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 4 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .