writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

De ijsbeer

door RolandBergeys

DE ijsbeer spiegelde zich in het water. Ze was vermagerd en haar vacht oogde gelig, maar dat was altijd zo geweest - haar vriendinnen lachten haar ermee uit en noemden haar Geelpelsje. God, wat droomde ze ervan dat iemand haar liefhad! Al was dat nu haar zorg niet. Ze zwalpte rond op een schots. Daarstraks onder het ijs op de oever had een vreemd gebrom geklonken, waarna het haar bruusk had omhooggestuwd, en een soort reuzenwalvis was opgedoken. Ze was in zee gesprongen, en had zich laten zakken. Daarna was ze op de schots gesukkeld. Ze jammerde - de zee was toch haar kameraad?… Tja, de baren namen haar mee naar de gloed van de zon die de avond inluidde. Normaal gezien dweepte ze met het spel van licht, water en wolken, en zou ze het uitjubelen: "Solin hefur sest til vidar, en fyrir mér mun hùn skina aö eilifu" - De zon is onder, maar voor mij blijft ze altijd stralen… Ze hield ook van het leven. Nu echter, kreeg ze geen woord over de lippen. Ze was gans overstuur, en haar gevoel voor richting was weg. De nacht bracht geen soelaas, de ochtend evenmin: het water klotste, de horizon was nog steeds eindeloos. Plots evenwel, zag ze in de verte een stipje. Het verdween in de golven, kwam weer boven. Het was donker gelijk een rots, en er bewoog iets op - een rob, hoopte ze, of een zeeleeuw… Ze likkebaardde, hield haar poot voor haar neus opdat die niet zou opvallen in de sneeuw, en legde zich plat.

EEN KNAL!

Een knal deed haar schrikken. Een rooksliert schoot van op het ding de lucht in. Het was een vlot, zag ze, en ze dreef er verdorie naartoe! In het midden stond een wezen met een grijze pels. Het richtte een buis op haar en stotterde: "V-Vort, rot op!" en toen de schots er tegen botste: "Ik b-ben een mens, een… man."
"En ik een beer."
De man nam haar onthutst op: "Wat?"
"Een berin, beter gezegd."
"Ja, maarre… jij praat!"
"Pff, jullie vinden jullie soort énig, je komt uit zo'n walvis, heu, een…"
"…duikboot."
"Juist, een duikboot. Wel: als jullie onder water varen, waarom zouden sprekende ijsberen dan niet bestaan? Trouwens: hoe ben jij hier geraakt?"
Haar vraag maakte hem nerveus, hij ratelde: "Een panne… de zuurstof in de boot was op. We zijn nog aan de oppervlakte geraakt, maar het was te laat. Ik…ben de enige overlevende. Help me!"
Ze nam hem argwanend op. Hij kroop op de schots, toonde haar zijn pistool, en zei: "Jij wil toch ook aan land?… Als ik pijlen afvuur, vindt men ons."
"En schieten ze me dood?… Is jouw soort wel te vertrouwen?
Hij haalde de schouders op. Als om haar woorden kracht bij te zetten, sprong ze op hem af, bracht haar muil tegen zijn oor, en snauwde: "Ik kan je opeten!"
Zijn stem kraakte, zo bang was hij: "Ik-ik wil niet dood!"
Ze gromde: "Doden gaan naar de hemel, en worden er omringd door welpjes en knuffelberen."
"Maar dat wil je nù toch al niet?!"
Ze bleef hem dreigend opnemen. Hij week, viel in het water, en riep: "Help! "Hééélp!!"
Ze waren al ver van het vlot afgedreven, hij zou geen kans maken. Eerst twijfelde de berin, dan dook ze onder hem, liet hem op haar rug kruipen. Hij proestte. Hij jankte. Hij vloekte. Maar daarna bekwam hij op de schots. Ze keek nukkig de verte in, wat had ze ook met hem te maken?… Bibberend haalde hij een fles uit zijn jas, en zuchtte: "Er zit zoet water in. We delen het. En mijn kompas toont waar we naartoe moeten. Jij kan met je poot in 't water bijsturen, me verwarmen, en… op jacht gaan."
Ze dacht na. Neen, ze wou nog niet dood. Ze trok hem naar haar toe, wreef hem droog, en blies warme lucht over zijn lijf.
"Lieve, lieve beer," glunderde hij, en ze trok hem dicht tegen zich aan: "Gekke mens."
Zo dobberden ze een poos verder, tot de man glimlachte: "Nog veertien dagen, en we zijn er."
"Waar?"
"In IJsland."
"Zegt me niks."
"'t Is het land waar je de taal van spreekt…"

Dat, dat besefte ze niet eens.

Het was een raar zicht: een berin die met de ene poot een mens aaide, en met de andere in het water dabde. Ze vertrouwde hem. En hij haar blijkbaar. Hij nestelde zich in haar vacht, en ze suften weg, toen een geklater hen deed opschrikken. Verderop spoot een walvis zijn fontein de lucht in.
"Hé," riep ze, "als hij onder de schots duikt, breekt ze!"
De man aarzelde geen moment: vliegensvlug trok hij zijn pistool, en schoot. De knal joeg het dier weg.
"Oef," zei hij, "ik heb je gered. We staan quitte."
"'t Was wel je laatste pijl…"
Ontzet keek hij naar zijn lader.
"Doe niet zo. Vertel me liever wat ik moet in IJsland." "Ze brengen je terug naar de pool. Of ze stoppen je in een reservaat of... in een circus. In alle geval krijg je je eten gratis voor niks."

Ze schudde haar kop - mensen waren raar. Maar toch: zo slecht vond ze hem niet…


Dertien zonsondergangen lang duurde hun tocht nog. In de nacht lieten ze zich drijven, 's ochtends begon het werk opnieuw: peddelen, krachten sparen, vis vangen, eten, rusten. Pompaf waren ze, zon en zout hadden zijn gelaat getekend en haar vacht was dof geworden, maar rond de middag zou hun leven, definitief anders worden. De man was al een poos de horizon aan het afspeuren, toen hij riep: "Land!"
"Echt?…"
"Heel echt!"
Ze danste, de berin, nam hem mee in haar zwier, en ze zongen samen: "Land, land, land!"
Doch dan gromde ze: "En nu?"
Hij zweeg. Traag stevenden ze op de mosgroene oever af. Wat later kroop de man er op, en zei: "Wacht, ik haal hulp."
Hij verdween in de bossen. Zijn stem had anders geklonken, wist ze, maar ze kroop ook op het mos, en dommelde in. Een blaasje glom op haar neus, ze wreef het weg, krulde behaaglijk haar klauw. Ze snurkte.

"Nummer 12?…"
"Present!"
De stemmen galmden in het betonnen gebouwtje. Hielen klakten tegen mekaar.
"Nummer 11?"
"Present!"
"10?"
En zo ging dat verder, tot twaalf namen afgeroepen waren. Dan gingen ze op stap. Ze zouden burgers beschermen, had hun eed geluid. Twaalf gezworenen waren het. Ze wurmden zich tussen de struiken door. Richtten daarbij af en toe hun geweer op een denkbeeldige prooi. En stapten voort. In de verte ruiste de zee.
"Verdoof haar," hadden ze sommigen horen zeggen, "gebruik een lokaas met slaapmiddel." Ze vonden het nog steeds nonsens. Ze hadden de blik op de gids naast hen gericht, hij zou hen leiden…

De berin werd wakker - door een geritsel, meende ze. Ze keek rond. Er was niemand te zien. Ze zou eten zoeken. Ze stond op, voelde hoe haar poten moeite hadden om haar te dragen, maar dan lachte ze: de mens zou terugkomen, zeker weten! Ze snuffelde aan het mos. Slenterde verder. Stopte bij een struik. Plukte wat bessen. At er gretig van, en dacht aan haar pool: haar geliefde, witte, oneindige pool - straks zou ze er terug naartoe, dankzij haar reisgenoot. Met haar voorpoten dreef ze de takken uiteen, op zoek naar andere vruchten. En ze zag hen niet: één na één kwamen ze van tussen de struiken…

Wat kon het leven mooi zijn, vond ze, ze plukte nog een bes - voor hem. Haar hart begon sneller te kloppen: misschien hield ze wel van hem - ja, dat zou het zijn….

EEN KNAL!

Een knal haalde haar brutaal uit die gedachte - één zoals die uit zijn buis, merkte ze, hoewel: hij was iets droger, scherper zelfs. Tijd om te vluchten was er niet: meteen drong een scherpe pijn in haar borst. Ze wankelde. Dan pas zag ze de anderen. Hun buizen waren op haar gericht. En tussen hen…

"Jij!" schreeuwde ze. De man verborg zich als een wezel achter hen. Zijn stem snerpte in haar oren: "Je… je wil toch niet in een circus?… Of in een zoo, of…"
Maar dan viel ze, en werd het stil. Het beeld was haast vredig: de kalme zee, een gelige teddy op groen mos, zwijgende, norse mensen rond haar - gekke mensen, dacht ze, de soort was niet te vertrouwen, neen. Ze dwaalde weg, en een vreemd gevoel nam haar mee naar ergens waar ze nog niet was geweest.

"Geelpelsje," klonk een stem. Twee machtige poten streelden haar vacht. Een likje. Nog één. Een welp sprong op haar buik, krabde aan haar kin. Duwde zijn neus tegen de hare. Sliep in.

"Dit… is de berenhemel," ging het door haar. De gloed van de zon luidde de avond in, een rood waas vulde ook haar ogen, beide versmolten met mekaar en ze weende, maar terwijl ze insliep, sloop langzaamaan een lach in haar: nu wist ze het heel zeker: "Solin hefur sest til vidar, en fyrir mér mun hùn skina aö eilifu, aö eilifu - ze zal altijd schijnen, altijd, altijd…"



xxxx

-opgedragen aan de berin die in juni 2008 na weken zwalpen op zee werd afgemaakt op het IJslandse vasteland-

 

feedback van andere lezers

  • Ghislaine
    We komen hier als mensen niet goed uit de verf. Mooie vingerwijzing Roland.
    RolandBergeys: Hartelijk dank!
  • sproet
    het doet me denken aan een fabel van La Fontaine !
    heel aangenaam geschreven.

    liefs, sproet :-)
    RolandBergeys: Thx!
  • Liesje
    slik, ik word hier oprecht triestig van!
    RolandBergeys: Dat hoeft ook weer niet, al is de ruggegraat van 't verhaal wel op waarheid gebaseerd. Thx.
  • Klaver4
    Straf dit ! Amaai!
    Kan voor mij gerust naar de Koningsbron gaan staan, al gaat dat over iets anders, maar wel bijzondere waarde voor mij!
    Het regent hier opeens sprookjes de laatste tijd en ik vind dat waarlijk verwonderlijk, zo opeens allemaal tegelijk, maar vind dat Beregoed!!
    Gr
    Klaver4
    RolandBergeys: Hartelijk dank!
  • ERWEE
    Knappe projectie.
    RolandBergeys: Thx, RW!
  • iris
    Aangrijpend, mooi verhaal
    sterk geschreven !

    RolandBergeys: Hartelijk dank, Iris!
  • henny
    Niemand is écht te vertrouwen blijkt. Hoewel, doordat de man haar af liet schieten kwam ze wel in betere oorden, inplaats van een zoo.
    Kijk nog even naar de cijfers. Het is gebruikelijk en mooier om in een verhaal cijfers onder de 20 voluit te schrijven.
    Echt weer van je schrijven genoten!
    RolandBergeys: Hartelijk dank!
  • lin
    Knap geschreven Roland. Om van zo'n nieuwsfeit zo'n goed verhaal te maken, proficiat! Gr, lin
    RolandBergeys: Hartelijk dank!
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .